Het aan mij geleende exemplaar van de Philips CD100 verkeert in prima staat en vrijwel direct na het aansluiten van de grijze twee-aderige stekker op het stopcontact en het inschakelen van de stroomknop branden alle vijftien ledjes op het displaygedeelte. Pas na het gemakkelijk inleggen van het schijfje in de speler en het drukken op de afspeeltoets wordt de schijf rondgedraaid en mag de laser zijn werk doen. Het aantal tracks wordt door de bovenste rij leds weergegeven en de onderste rij geeft de positie van de laser aan. De reeds afgespeelde tracks van een cd worden niet meer verlicht door de led bij het betreffende nummer, tenzij de repeatfuntie is ingeschakeld. Voor- of achteruitspoelen behelst het ingedrukt houden van de juiste knop, een andere track selecteren moet worden opgevolgd door de play-knop na de selectie in te drukken.
Programmeren is vooraf mogelijk en vrij eenvoudig (tenzij er meer dan 15 tracks op een schijfje staan) en elke keuze dient te worden bevestigd met de store-toets. Van een afstandsbediening was er indertijd geen sprake. Ook niet op het prototype van de beoogde opvolger van de CD100, waarop een digitaal display werd gecombineerd met led-aanduidingen. Dit apparaat is echter nooit in productie genomen. De CD101 werd al snel geïntroduceerd als opvolger van de CD100 en enkele jaren later werd de CD104 (zonder toploader maar met lade) geïntroduceerd als eerste speler met een geheel digitaal display.
Maar hoe klinkt de CD100 nu? In 2011 zijn er terugrekenend al duizenden cd-spelers geïntroduceerd en weer verdwenen. Niet enkel omwille van verbetering, maar ook vanwege concurrentiestrijd zijn modellen al snel uitgerangeerd en vervangen voor nieuwe, veelal goedkopere types. Die - logische - vooruitgang brengt een tweespalt met zich mee. Want niet elke verandering is noodzakelijkerwijs een verbetering. Het loopwerk in de CD100 bijvoorbeeld. Deze is stabiel en zeer duurzaam. Dat bewijst het aan mij geleende toestel wel, de glazen lens is nog steeds intact en de laser doet zijn werk naar behoren. Een ander bewijs voor diezelfde duurzaamheid is ook de gemiddelde vraagprijs voor een in goede staat verkerend exemplaar van dit apparaat op de vele tweedehands sites. En dat dit type loopwerken lang is gebruikt door onder andere Marantz zegt ook wel iets. Zelfs de voeding vertoont weinig slijtage, hoewel het apparaat aan de bovenzijde wel wat warmte vertoont na wat langer aangestaan te hebben.
Toch is het luisteren naar de Philips CD 100 goed te doen anno 2011. De klank van de 14-bitter laat zich het beste omschrijven als toegankelijk met een neiging naar de warme kant. Het loopwerk is klankmatig een allemansvriend te noemen en biedt genoeg luistergenot als het gaat om de weergave. Dat er betere spelers te krijgen zijn - ook tweedehands - is een open deur die geen intrappen behoeft. Maar toch zou ik best wel kunnen leven met de CD100 in een tweede set. Ik kan me voorstellen dat critici indertijd het ‘analoge’ klankkarakter van deze speler loofden (de kwaliteit van een goede platenspeler wordt echt niet gehaald, maar toch…). Philips maakte de weg vrij om in Europa met de CD100 Sony te kunnen beconcurreren (in de Verenigde Staten werd dit apparaat onder de merknaam Magnavox uitgebracht en een licht gewijzigde versie onder de vlag van Marantz met de CD-63). Wie deze cd-speler in zijn bezit heeft in goede staat - en zeker met de originele verpakking waarin een cd en de gebruiksaanwijzing behoorden te zitten - heeft een stuk geschiedenis in huis waarnaar ook nog eens prettig geluisterd kan worden op bijvoorbeeld een ‘vintage’ geluidsinstallatie. Zeker nu het ‘era’ van de cd ten einde lijkt te komen.