Scansonic M10 en M20: klank
Zoals gebruikelijk – en volgens ons overigens ook verplicht – heeft de testopstelling met daarin beurtelings de M10 en M20 verschillende muziekgenres gevoerd gekregen. Een goede luidspreker heeft wat ons betreft geen voorkeur voor een muziekgenre en dient zowel heavy metal als a cappela zangpartijen of wereldmuziek goed en realistisch weer te geven. We gaan de klank van de M10 en de M20 proberen te duiden. De klank van monitormodel M10 lijkt natuurlijk heel sterk op die van de M20. Geen wonder, ze hebben dezelfde lint-tweeter. De vloerstaande M20 heeft een aparte woofer en gaat dus iets dieper met de weergave van lage tonen.
Kort gezegd kan de klank van beide modellen luidsprekers worden samengevat als transparant, neutraal en heel snel. De lint-tweeter zorgt voor een kamerbreed podium en een ongekleurde weergave van zo ongeveer alle microdetails die in de aangeboden muziek te bekennen zijn. “Snel” en “lichtvoetig” zijn kreten die boven komen drijven als we de hoogweergave van de M10 en M20 willen duiden.
De overgang tussen hoge tonen en middentonen is naadloos, althans wij hebben geen cross-over kunnen waarnemen. Ook de middentoner heeft een neutraal en transparant karakter. Menselijke stemmen klinken realistisch. Het geluidsbeeld loopt nergens dicht, ook niet als het orkest of de band fortissimo speelt. Zowel de M10 als de M20 blijken niet erg kritisch in plaatsing. Beide modellen hebben een ruime sweetspot. De luisteraar hoeft niet precies in het midden te zitten voor fijn stereogeluid.
De M10 is een kleine luidspreker maar hij klinkt groter dan hij is. Zoals gezegd, de slanke M20 gaat wat verder door naar beneden, maar beide luidsprekers zijn geen basmonsters. Het zal waarschijnlijk niet lukken om de kopjes in de servieskast te laten rammelen door het volume open te draaien. Wie graag housemuziek draait of anderszins schopjes in zijn maag wil voelen, moet de M10 en M20 laten voor wat ze zijn. Het feit dat het onderste stukje van het frequentiebereik wat aan de dunne kant is, hoeft niet meteen een nadeel te zijn. Huisgenoten en buren zullen minder snel gaan klagen als de luisteraar iets te enthousiast het volume opendraait. Bovendien zijn wij geen voorstander van effectbejag en zien we liever dat de ontwerper van een luidspreker het laagste laag laat voor wat het is dan tracht de weergave van lage tonen te forceren. Liever wat minder laag dan wollig laag of bonkerig laag of anderszins geforceerd laag. Pauken, een dubbele bassdrum of een lijntje van een basgitaar zijn met de M10 en de M20 uitstekend te volgen en wolligheid en bonkerigheid zijn gelukkig ver te zoeken. Wie een explosie in een actiefilm in zijn maag wil voelen, moet een subwoofer neerzetten.
Overigens kan de weergave van de lage tonen beïnvloed worden door een passende versterker te kiezen. Bijvoorbeeld, de PMA-600NE van Denon produceert een iets te grote hoeveelheid lage tonen naar onze smaak. Echter in combinatie met een beetje basarme luidspreker kan toch een fraai en evenwichtig geluidsbeeld ontstaan. Het overschot van de één wordt als het ware gecompenseerd door het tekort van de ander en zo ontstaat alsnog een recht lijntje.
Het luisteren naar de M10 en M20 mag een genoegen genoemd worden. De snelle, luchtige en transparante weergave maakt urenlange luistersessies mogelijk. De luisteraar die met gespitste oren zit te luisteren zal niet teleurgesteld worden, net zo min als de luisteraar die achterover leunt en wegzinkt in zijn boek of tijdschrift (of e-reader).
Scansonic M10 en M20: plaats in de markt
In een overvolle luidsprekermarkt is het moeilijk om directe concurrenten aan te wijzen. Het ligt er ook maar net aan welke eigenschappen op de weegschaal worden gelegd om te bepalen welke luidsprekers vergelijkbaar en dus concurrerend zijn. Uiteraard is klank een zeer belangrijke factor maar het uiterlijk van een luidspreker speelt ook een rol. Luidsprekers staan immers in het zicht en zijn onderdeel van het interieur. Versterkers en bronnen kunnen desgewenst achter een deurtje worden verstopt.
Onwillekeurig doet de klank van de M10 en M20 een beetje denken aan de luidsprekers van het Zwitserse merk Piega. Dat is niet toevallig, immers ook Piega heeft het gebruik van lint-tweeters tot een speerpunt gemaakt. Piega ligt echter in een hoger prijssegment, onder andere vanwege het gebruik van aluminium kasten.
Natuurlijk doen de Scansonic’s ook denken aan de luidsprekers van Raidho want beide merken delen het ontwerpteam en dus een heleboel eigenschappen. Hoofdontwerper Michael Borensen stelt met zoveel woorden dat hij zich bij het ontwerpen van de luidsprekers van Scansonic geconfronteerd zag met financiële beperkingen. Het lijkt erop dat de beperkingen vooral in het kastontwerp en in de afwerking van de luidsprekers is gaan zitten en niet zozeer in de drivers en de klank. Scansonic neemt inderdaad een groot deel van de klank en eigenschappen van Raidho Acoustics over maar dan tegen een veel lagere prijs. Een dure Mercedes rijdt wel ongeveer net zo fijn als een Rolls Royce, maar is wel een stuk goedkoper en zou dus een “poor man’s” Rolls Royce genoemd kunnen worden. Een Scansonic kan een “poor man’s” Raidho genoemd worden.
Scansonic M10 en M20: conclusie
De Scansonic M10 en M20 hebben een aangename transparante neutrale klank en een ruime sweetspot. De weergave van hoge tonen is buitengewoon snel en lichtvoetig. Het klankbeeld is kamerbreed en evenwichtig hoewel het onderste stukje lage tonen aan de dunne kant is. De M10 en M20 bieden veel waar voor de vraagprijs.