Voor deze test ben ik uitgegaan van een alledaagse situatie, namelijk het gebruik van het Pioneer plasmascherm als plasmatelevisie in de woonkamer. De kijkcondities in een doorsnee woonkamer zijn doorgaans niet ideaal, onder andere te veel verlichting door lichtinval en/of reflecties van de muren welke de contrastwaarde van een televisietoestel drastisch kunnen beperken. Ondanks dat de kijkcondities niet ideaal zijn, is het wel de realiteit waarin het gros van dit soort plasmaschermen gebruikt zal worden. En juist dit gegeven is bepalend geweest voor het uitgangspunt van deze testopstelling. Niet direct videofiel pur sang, maar dagelijks gebruik zoals het merendeel van de consumenten een dergelijk plasmascherm zal gaan gebruiken. Er is met divers bronmaterialen gekeken, standaard DVD via een ‘Marantz’ DV8400 speler, analoog en digitale televisie-uitzendingen via het kabelaanbod van ‘Essent’ en natuurlijk ook High Definition materiaal in de resoluties 720P, 1080i en 1080P via een HTPC. Bekabeling varieert van ‘Qed’ tot en met ‘Belden’.
De Pioneer PDP427XD is op diverse kijkafstanden geplaatst om een goede indruk te krijgen van het scherm, het oplossend vermogen en hoe de grootte van het scherm zich vertaald naar kijkplezier. Feit is dat veel televisietoestellen vaak te ver weg worden geplaatst, of simpelweg vaak te klein zijn voor de afstand waarop gekeken wordt. Niet alleen de grootte maar ook de resolutie van het scherm is van belang bij de bepaling van de kijkafstand. Voor deze 42” Pioneer plasmascherm, met een resolutie van 1024*768 pixels, is een kijkafstand van pakweg 2,5 meter een meer dan prima afstand om ervoor te zorgen dat alle details in het beeld waargenomen kunnen worden. Men kan rustig nog iets dichterbij gaan zitten, het oplossend vermogen van de Pioneer is hoog genoeg om de afzonderlijke pixels niet als zodanig waar te laten nemen maar het detailniveau stijgt er natuurlijk niet evenredig mee. Dit is min of meer bepaald door ons waarnemingsvermogen dat niet oneindig is. Tot een afstand van 1,8 meter is zeker, ook met deze afmeting, nog goed te doen en laat ons eigenlijk al zien dat schermen met een beelddiagonaal kleiner dan 42”, bij deze resoluties, voor de meeste huiskamers al snel “te klein” zijn.
Een belangrijk aspect bij de objectieve kijkervaring is de rol welke de videoprocessor van de Pioneer PDP427XD speelt in het genereren van een beeldweergave welke overeenkomt met de ‘native’ resolutie van het scherm. Bij elke andere resolutie dan de ‘native’ resolutie van het scherm zal de videoprocessor aan het werk moeten om de resolutie van het aangeboden signaal passend te maken. Standaard definitie signalen zoals de huidige televisie-uitzendingen in het PAL formaat of een PAL DVD, beide met een horizontale resolutie van 720 beeldpunten of pixels en een verticale resolutie van 576 beeldlijnen of pixels, zullen worden geconverteerd naar een beeldsignaal met een resolutie welke gelijk is aan de ‘native’ resolutie van de Pioneer, namelijk horizontaal 1024 pixels en verticaal 768 pixels.
Bij het uitvergroten van een standaard definitie signaal wordt de kwaliteit van de videoprocessor ontzettend belangrijk, het beeld wordt immers uitvergroot en storing dus ook, laat staan de fouten die door de videoprocessor zelf nog kunnen worden geïntroduceerd zoals scalingfouten. Veel consumenten realiseren zich niet voldoende welke rol een videoprocessor speelt binnen het converteren van een standaard definitie ‘interlaced’ signaal naar een ‘progressive’ signaal met een resolutie gelijk aan de resolutie van het scherm, doch zullen er vaak mee geconfronteerd worden wanneer er naar een standaard definitie televisiesignaal, videorecorder of DVD beeld gekeken wordt. De kwaliteit van de videoprocessor bepaalt in zeer belangrijke mate de kwaliteit van het uiteindelijke beeld wanneer het signaal eerst “gedeinterlaced” wordt, daarna naar de ‘native’ resolutie wordt “gescaled” en eventuele digitale ‘artifacts’ weer worden verwijderd. Het aanbod van dergelijke videoprocessors is zeer divers, van simpele chips welke maar een fractie van de complete kostprijs kosten tot complete systemen welke tot 75.000 euro kunnen kosten.