Over naar popmuziek, vocalen en jazz. De olie in het lager van de platenspeler is door het draaien opgewarmd, de buizen in de phono versterker gloeien al een paar uur als de diamant in de groef zakt van de laatste langspeelplaat van Holly Cole. De muziek spreekt de weergave tegen. Holly zingt Larger Than Life, de MBL 121 maakt niets “larger” dan het behoort te zijn. Niet de saxofoon, noch de bas of piano, noch de stem van Holly. Mooi herschapen naar ware grootte. Het fraaie Be Carefull It’s My Heart is minder tranentrekkend dan mogelijk is met de combinatie Ayon-Focal. Triodes gekoppeld aan een hoog rendement luidsprekers met gemakkelijke belasting kunnen nog meer gevoel in een set leggen, meer dan dat naar mijn mening een zware transistorbak dat kan. Ik schat in dat een McIntosh MC275 of een set Manley monoblokken, beide met buizen, iets heel speciaals uit de MBL 121 kunnen toveren.
Die inschatting is mede afkomstig van een periode waarbij de MBL 121 speelde op een PrimaLuna PL2 versterker met KT-88 eindbuizen. De ruimte waarin de 121 toen stond was aan de kleine kant en liet de 121 minder stralen dan nu in de grote ruimte. Het resultaat aan 2 x 40 Watt push-pull buizen toch verrassend strak en goed. Goed genoeg om een cd speler te recenseren die lastig in een andere set inpasbaar bleek en pas met de MBL zijn weg kon vinden. Cole is inmiddels niet te stuiten en draait door. Ik ben minder geraakt dan daarnet tijdens klassieke muziek weergave. Ik mis het diep menselijke waarvan ik weet dat het in mijn ruimte weer te geven is. De huidige weergave heeft meer kracht, kan veel gemakkelijker de uithalen aan, toch ontbreekt het stukje uit de puzzel dat ik zonder moeite aan kan wijzen. Een gevoel van intensiteit en intimiteit.
Een lp van Jheena Lodwick heeft datzelfde effect op mij. Het lijkt haast of de MBL 121 is ontworpen met digitale weergave in gedachten. Hij excelleert in mijn ogen meer met een cd als bron dan met een lp. Zonder meer staat lp weergave op een hoog niveau, de MBL 121 verliest niet ineens zijn zojuist opgebouwde glans. Het is echter alsof gevoel plaats maakt voor techniek. Met behoud van gemak, natuurlijkheid, detail en alle eerder genoemde positieve kanten. Ter vergelijk dezelfde Jheena op xrcd in de speler. Ja hoor, daar is het toefje terug. De kers, de room, de sprankel. Het ademt opnieuw leven. Een gegeven wat ik zelden tegenkom. Vrijwel altijd is het juist de lp die “de mens” dichterbij brengt. Het is me niet eerder opgevallen op de 121, mogelijk omdat ik de MBL juist veel gebruikte voor het recenseren van een cd speler en bovendien de laatste weken vanaf lp veel klassiek is gedraaid. Pop op lp van Dire Straits.
Grijs gedraaid door hele volkstammen, altijd goed voor een hoge plaats in de beste aller tijden lijsten, is “Brothers in Arms”. Ritmisch sterk, uitnodigend tot luchtgitaar spelen, lekkere bas, Knopfler’s gitaar, herkenbaar, ingrediënten die borg staan voor muziekplezier waar de 121 graag aan meedoet. Knopfler’s zangkunst is niet hoogstaand, instrumentaal is Dire Straits veel belangrijker. Daarom heb ik nu niet het gevoel dat ik iets mis in de stem. Snel en strak. Spetterend in een fraai stereobeeld. Frank en vrij spelend zonder een enkele uithaal die vals is of niet thuis zou horen in de weergave. Ik kan geen punt aanwijzen waarop het fout gaat, de meester kan weinig anders dan een heel hoog rapport cijfer uitdelen aan MBL voor gedrag, sociale vaardigheden, muziek en samenwerking. Een verdiend cijfer.
Veel jazzliefhebbers zetten monitor speakers neer. Vooral vanwege snelheid en detail. Iets waar een groot conusoppervlak nu eenmaal meer moeite mee heeft dan een klein conusje. Kleine versterkers met een beperkt vermogen blinken ook vaak uit in snelheid en ritme, grote transistor versterkers zijn veelal “trager”. Interessant om te kijken hoe MBL gekoppeld aan MF omgaat met de materie. Misty van Erroll Garner werd zelden zo verkracht als door het Tsuyoshi Yamamoto Trio, zelden zo veeleisend voor een weergave set gespeeld als op de lp die draaitafel siert. Intense bas, nauwelijks hoorbare brushes over de bekkens en daarbovenuit een piano die werd opgenomen met de microfoons zo goed als in de vleugel. De huidige combinatie schort het niet aan detail. Niet aan intensiteit.
Wel een beetje aan snelheid. Verwijtbaar aan de Superchargers die, dat moet gezegd, heel veel goed doen, maar niet de snelheid hebben van een Naim, Spectral of een single ended triode versterker. Ietsje te rond. Een stapje terug, de Ayon rechtstreeks aan de MBL brengt er de snelheid direct in. Maakt de piano nog feller, de bekkens intenser. Mist kracht en demping voor de lage tonen. Vooral als ik wat harder ga spelen. Gebrek aan tijd en middelen speelt elke recensent parten, ik kan niet putten uit een magazijn gevuld met versterkers. Een dealer wel en die is in staat een MBL 121 te paren met een versterker die voor uw muziek het maximale uit de luidsprekers haalt. Zelfs al spreken we in dit verband over accenten, bij lange na niet over karakter, laat staan het ontwerp. Anders zou ik toch niet zitten te swingen op het Yamamoto Trio. Geen noot ontgaat mij, niet op laag volume niet zoals nu, te hard voor het bewaren van een goede relatie met de buren.