REVIEWSonus faber

Klassiek

Weg met techniek en weg met jazz. Tijd voor wat mooie klassieke werken, waar ik na het inspelen van de Toy’s al vaker van heb genoten. Voor klassiek gaat hetzelfde op als voor een big band. Probeer geen groot orkest op 100 decibel de kamer in te blazen. Geniet van kleinere werken, schakel desnoods een subwoofer bij. Denk met kleinere werken aan Janine Jansen die de 15e (tweedelige) Invention van J.S. Bach speelt op een recente Decca-cd. Gesteund door een altviool en een cello. Ineens heeft de Toy geen beperking meer in zijn fysiek. Mooi groot neergezet speelt Jansen haar spel. Viool en altviool zonder een rafel of scherpte. Goede doortekening. De cello is uiteraard minder uitgesproken aanwezig. Ook is het lastig om de kast van de strijkinstrumenten naar voren te halen. Veel van wat ik hoor is het snaarwerk, op een overigens zeer plezierige wijze. De Toy zet mij wat verder van de muzikanten af en is verre van opdringerig. Dat maakt, dat ik af en toe het gevoel heb niet in dezelfde kamer te zijn als de luidspreker. Prettig voor langdurig luisteren, minder leuk als u houdt van een nearfield-ervaring.

Het karakter van de Toy laat zich op dit moment het best omschrijven als "beschaafd", een eigenschap waar niemand zich ooit aan heeft gestoord en die getuigt van een goede afkomst. Klopt. Kijk en luister maar eens naar de grotere Sonus Fabers om u heen. De verwantschap is overduidelijk. Van het levendige karakter tot aan de gedefinieerde weergave. Speelsheid is het toverwoord met Janine. Van Bach naar Chopin. Vladimir Ashkenazy speelt zijn études opus 10 & 25. Eveneens uitgebracht op Decca, in een andere eeuw, op ander materiaal. Minstens zo tijdloos. Sta verbaasd en kijk om u heen waar de luidsprekers staan. De Toy zet verdikkeme haast een concertvleugel neer. Prachtig hoe vingers de toetsen aanslaan. Schitterend hoeveel ik daarvan mag terughoren via deze luidsprekers. Oh ja, het kan allemaal groter en intenser, maar daarvoor hebt u heel wat meer kastinhoud nodig.

Het onderstreept opnieuw dat de Toy, ondanks de naam en het aparte uiterlijk, wel degelijk een volwaardige luidspreker is. Geef hem de ruimte, het juiste materiaal en geniet. Bent u zo’n type als ik: kamermuziek, solo instrumenten, lichte pop, fraaie jazz, te draaien in de studeerkamer als uw vrouw de huiskamer bezet houdt met haar favoriete soap, dan wordt de Toy uw vriendje. Na deze overpeinzing schiet ik omhoog als Vladimir aan een nieuwe étude begint en ik haast van schrik uit de stoel duikel. Meneer gaat een paar versnellingen hoger in krachtige aanslagen. Geweldig hoe ik noot voor noot kan blijven volgen. Met opmerkelijk veel impact neergezet. Speels en soepel. Oef, wat een heerlijke monitor is dit.

Terwijl ik wat popmuziek bij elkaar grabbel, bedenk ik mij dat er naast headbangers ook jeugd bestaat die hoogwaardige weergave op prijs stelt. Die vaak rekening moet houden met een beperkte ruimte om een systeem neer te zetten. In de tijd dat ik nog in die situatie verkeerde, was mijn jongenskamer gevuld met twee veel te grote transmissionlines en smeet ik Donna Summer op een Thorens platenspeler. Donna is gebleven, de Thorens en de transmissionlines zijn lang geleden uit beeld verdwenen. Nu doet Sonus Faber een dappere poging, jaren 70 disco weer te geven. Laat ik eerlijk zijn: dat gaat niet zonder een subwoofer. Te schel, te weinig body, geen massa waar je tegenaan kunt hangen. U kent het spotje van de landmacht wel. Ik zie voor mij hoe het vakje "ongeschikt" wordt ingekleurd. Het zweet druipt haast uit de reflexpoort, zo moet de Toy zich inspannen.

Is het slecht? Nee, dat niet, het mist overtuiging. Maar vervang Summer eens door Tina Turner en laat haar Private dancer zingen. Dan staat de stem weer als een huis, is er harmonie en volwassenheid. Geen daverende bas, geen slagwerk-explosies, wel een ruimtelijk klinkende, scheurende sax waarmee het leed van een private dancer zichtbaar wordt. Mark Knopfler is meesterlijk op gitaar, snel en agressief. Vlijmscherp balancerend op de rand van het mogelijke. In twijfel of ik dit verhaal zal afsluiten met Nils Lofgren of Ray Charles, kies ik voor de laatste. Mooie duetten met mooie dames als Natalie Cole, Norah Jones en Diana Krall. Laat ik het zo stellen, zodra ik Cole "aha" hoor mompelen, verschijnt een glimlach om mijn mond. Dit wijf heeft ballen op een Toy. Klinkt dat dubbelzinnig? Zo is het niet bedoeld. Op track 3 is Diana Krall in vergelijking met Cole een watje. Prachtig is wat nummers later de geweldige stem van Gladys Knight in een expressieve Motown ervaring. Hup, smijt er even een gospel koor tegenaan. Het is genieten. Laat die uitgekauwde Lofgren maar lekker in het rek staan. Mis ik iets? Op diepe bas na, helemaal niets.

MERK





EDITORS' CHOICE