Unison Research is een Italiaans hifi-merk dat al meer dan twintig jaar schitterend gebouwde en fraai klinkende audioapparatuur maakt. Een vaste rol daarin is weggelegd voor de aloude elektronenbuis. In bijna al hun creaties zitten een of meerdere buizen. Ook zo in de Unico serie, waarvan de nieuwe Secondo versterker en de CDE cd-speler een tijdje bij mij mochten logeren.
Italiaans design heeft naar mijn smaak altijd iets sierlijks. De bewoners van de `Laars van Europa` vinden nog steeds dat het leven te kort is om je te omringen met spullen die alleen maar praktisch zijn. De ontwerpers van Unison Research zijn daarop geen uitzondering, en gebruiken luxe materialen als notenhout en zelfs Venetiaans glas om hun apparatuur af te werken. Bij de Unico serie is dat het minst uitbundig gedaan en beperkt het zich tot een houten plaatje waarin het bedrijfslogo in twee kleuren metaal is ingelegd.
De Unico serie vormt dan ook de instap in het programma van Unison Research. De versterkerontwerpen zijn niet volledig van buizen voorzien, maar werken als hybride. Daarbij wordt de eindversterking door MOSFET’s verzorgd, terwijl de voorversterker is voorzien van buizen. Het voordeel hiervan is tweeledig: de versterkers zijn goedkoper te bouwen omdat de uitgangstrafo’s die nodig zijn voor een hoogwaardig buizenontwerp relatief veel geld kosten, en er is vaak aanzienlijk meer vermogen beschikbaar. De Unico Secondo levert aan 8 Ohm gewoon 100 Watt en verdubbelt dat aan 4 Ohm. Luidsprekers die als ‘moeilijk’ te boek staan worden makke lammetjes in de handen van deze versterker. Een aardige bijkomstigheid is dat MOSFET’s als de meest `buisachtig` klinkende transistoren worden gezien, wat de keuze voor dit type natuurlijk een stuk logischer maakt.
Uiterlijk en innerlijk
De kasten om de Unico apparaten zien er niet alleen fantastisch uit, ze zijn ook buitengewoon degelijk gebouwd. Een dik aluminium front en een kast van plaatmateriaal dat minstens een millimeter dik is zorgen ervoor dat de apparaten uiterst solide aanvoelen.
Om het design-aspect niet te verstoren is er slechts een absoluut minimum aan bedieningselementen op de fronten te vinden. Beide apparaten hebben de aan/uit knop aan de zijkant van de kast zitten, wat ik een buitengewoon slimme oplossing vind. De versterker heeft aan de achterzijde een IEC netentree en twee paar luidsprekeraansluitingen (niet apart schakelbaar). Verder zijn er zes paar lijn ingangen, waarvan vijf ongebalanceerd RCA, en een gebalanceerd XLR. Een van de RCA inputs is optioneel te voorzien van een phonoboard, standaard werkt deze input echter gewoon op lijn-niveau. Deze ingang correspondeert natuurlijk wel met de phono stand op de keuzeschakelaar, wat handig is als je daar je phonotrap op aansluit. Er zijn ook twee outputs op lijnniveau, tape en subwoofer, waarvan de laatste via de volumeregeling loopt en het volledige signaal weergeeft, en dus ook voor een externe eindversterker gebruikt zou kunnen worden.
Zoals gezegd gebruikt de Unico Secondo een paartje buizen in de klasse-A voortrap. In dit geval is het de bekende ECC83/12AX7. De gematchte buizen die Unison Research gebruikt zijn van Tung-Sol. De nieuwe productie van dit legendarische merk komt uit de fabriek van Sovtek, wat een uitstekende constructie en dito klank betekent. Importeur Analogue Audio Products wijst op de mogelijkheid om via het uitwisselen van de buizen (met bijvoorbeeld NOS types -het zgn. tube-rolling) de weergave te beïnvloeden, maar ik zou eerst eens gaan genieten van de klank die door ontwerper Leopoldo Rosetto is gerealiseerd met de goed verkrijgbare en dus ook redelijk betaalbare buizen die er standaard in zitten.