Het prijskaartje van vijftienhonderd euro maakt het kristalhelder: dit is een topmodel van AKG. Dat zou je misschien aanvankelijk door de styling niet zeggen, want die is moderner en hipper dan je van een vlaggenschip verwacht. Wie in het topsegment aast op verstokte head-fi-types, scoort toch meestal beter met klassieke materialen en ontwerpen.
Er zijn twee versies van de N90Q: een zwarte met minimale gouden toetsen en een bling-bling-editie met goudkleurige beugels en nog meer elementen in die opvallende kleur. “Dat zal voor hip-hop-muzikanten die aan conspicious consumption doen en sommige Aziatische markten bedoeld zijn”, denken we dan kort door de bocht.
Het ontwerp van de N90Q is overigens van de hand van een dochter van Quincy Jones, een muzikant die op zijn beurt wel vaker met AKG samenwerkt. De oudere, ook in het gifgroen verkrijgbare Q701 bijvoorbeeld, is een door Jones’ mee getuned versie van de klassieke AKG K701.
Vooroordelen opzij
Maar zet je over die eerste indruk en plaats de N90Q op je hoofd. Je zal meteen merken dat er bovengemiddeld veel aandacht besteed is aan het draagcomfort. De AKG zit meteen heel knus op je hoofd, met een goede verdeling van het gewicht over de volledige oorschelp en op je hoofd.
Nochtans is de N90Q met zijn 460 gram geen lichte hoofdtelefoon. Toch zorgt de gelijkmatige verdeling van het gewicht dat je hem lang kunt dragen, maar in tegenstelling tot een lichtgewicht als de Sennheiser HD 800S (330 gram) blijft je wel gewaar dat hij op je hoofd rust.
Als we de N90Q de eerste keer opzetten is het niet zozeer de ergonomie die opvalt, maar wel hoe goed je van omgevingsgeluid wordt afgeschermd. De passieve isolatie is van de beste die we ooit waarnamen, zeker als je rekening houdt dat het niet ten koste gaat van het comfortgehalte. Een goede passieve isolatie wordt namelijk vaak bekomen door een hoge druk op de oren uit te oefenen, iets wat bij de AKG niet het geval is.