De eerste indruk
Tijdens het draaien van de eerste track ga ik eerst wat aanpassingen doen aan de speakers en de ruimte. De bank waar ik op zit gaat naar achteren en de spikes draai ik uit de voeten van de Sopra. Daarmee verdwijnt een te grote druk uit het laag, wordt het stereobeeld breder en komt de luidspreker meer los.
Het is “Fever”, een duet tussen Ray Charles en Natalie Cole, waarmee het spits wordt afgebeten. Stemmen zijn in deze opstelling zeker niet overdreven warm, wel aangenaam en natuurlijk. Ook totaal niet scherp - dat is Cole met regelmaat op mindere systemen wel – maar goed gedoseerd. De vaart zit er flink in terwijl Charles het nummer naar het einde draagt. Het opgenomen vingerknippen is de hele tijd duidelijk aanwezig, ook op een rustige en vooral passende manier. De volgende mannenstem is die van Allan Taylor. Lage tonen rollen over de vloer in juiste porporties, daardoor wordt de stem erg krachtig en donker. Het stereobeeld is breed neergezet in de ruimte met opvallend veel diepte. De weergave blijft ongeveer op de imaginaire lijn van de speakers staan, loopt vanaf daar naar achteren. Opgenomen blaasinstrumenten staan fraai afgebeeld, de stem van Allan Taylor is aan de grote kant. Over percussie kan ik opmerken dat die snel en transparant is, waarbij de grote trom ontzettend diep gaat met heel veel energie, daarbij een tamboerijn die alle ruimte heeft. Het volumestreepje meer of minder hoog instellen maakt de weergave soft of juist te groot en het luistert vrij nauwkeurig om de juiste balans in combinatie met akoestiek te vinden. Daarom de bank nog eens wat verschoven en de speakers wat gedraaid om het mooie stereobeeld van eerder vast te houden in de nieuwe luisterpositie. Duidelijk is dat de Sopra N°3 houdt van een grote ruimte en afstand tussen de luisteraar en de luidsprekers.
De zingende heren brengen mij naar een drietal zoetgevooisde dames, als eerste jazz zangeres Christy Baron met haar CD “Round Midnight”. Zij bezit een verleidelijke stem die om je heen krult als een kat op schoot. Slagwerk staat ver naar achteren opgenomen, weergegeven zoals het behoort te zijn. Haar stem blijft goed op zijn plaats, net als koperblazers. De drums geven door de energie en dynamiek die de Sopra kan bieden wel heel fraaie resultaten in de lage regionen. Het blijkt weer eens, een grote luidspreker met veel conus blijft essentieel voor het realistisch weergeven van muziek. Niets kan op tegen goede afmetingen. Ik luister met genoegen naar deze dame op een volumeniveau waarmee ze echt lijkt te worden. Niet absurd hard, niet te zacht, op de luisterplek meet ik tussen de 80 en 90 dB. “Got To Get You Into My Life” laat heel goed horen hoeveel energie en hoeveel detail er in de bas kan zitten als je die goed weet weer te geven. Hi-hats worden overduidelijk gestreken met een brush. Misschien staan de stem en de instrumenten in deze track teveel op één lijn, de oorzaak daarvan kan evengoed in de opname zitten. Een piano leeft helemaal op, toch blijft het meest onvergetelijk de stem van Baron. Door de forse dynamieksprongen die de CD bevat, welke de Focal één-op-één vertaalt zonder enige compressie, kan ik niet anders dan volop genieten.
Een live-opname van Katie Melua volgt, waarop een piano het de opnametechnicus duidelijk moeilijk maakt door veel te veel energie te geven. Katie’s stemmetje is om op te eten, zo lief en teder. Het publiek zwemt om je heen als ze gaan klappen en gedurende de gehele track zijn er veel, soms minieme podium geluiden die ik zelden zo goed hoorde. Adele komt met ander geschut, groots en majestueus, compleet omgeven door de afmetingen van de Royal Albert Hall. Soms heel emotioneel om naar te luisteren, een track als “Lovesong” raakt weer de gevoelige snaar, de snik in haar stem brengt mij kippenvel. Gitaarspel van de band is snel, slagwerk constant puntig en dynamisch, het blijft echter de grootsheid die de meeste indruk maakt. Je voelt als het ware de ingehouden adem in ze de zaal. Ik pink even een traan weg voordat ik door kan tikken. Adele is perfect verstaanbaar als ze gaat praten in haar platte Engels.
Snel en hard
Na het starten van Dire Straits vlieg ik op uit de bank, want de CD is veel harder opgenomen dan die van Adele en spuit ineens uit de speakers. De McIntosh geeft ca. 10 watt aan en dan zit ik al vet boven de 90dB op de luisterplek - hulde voor het rendement. Slagwerk staat te hakken, stuwt naar voren, maar blijft wel beschaafd en beheerst terwijl er ineens geluiden links zijn die er nooit eerder waren. Snelheid is het toverwoord in dit geval en daarom is het een prachtig systeem voor rock. Als elk liveconcert gekenmerkt zou worden door een dergelijke weergavekwaliteit in de zaal dan zat ik elke dag ergens in Nederland in een theater.
“Planet Of New Orleans” begint met een gitaar die echt in de ruimte geprojecteerd wordt. In de lage tonen blijken heel veel nuances te zitten plus veel details die normaal verborgen blijven. Is het fundament goed, dat staat het huis van muziek. Je kunt zwemmen in de weergave, in helder water en niet in lage tonen modder, met een golfslag van veel energie en punch. “Kom maar op!” schreeuwt de Sopra N°3. “Voor Infected Mushroom en hun “Avratz” ben ik mede gemaakt. Bas maakt me niets uit, stereobeeld kun je groot krijgen als je mij voert en met slagwerk en elektronische geluiden heb ik geen enkele moeite.” Los zwevend beukt de Sopra op de luisteraar in en verwerkt 100 of meer Watt alsof het een broodje gezond is. Alles trilt behalve de vloer, de bank vibreert onder mij, zelfs mijn lichaam trilt mee op sommige momenten. Een luidspreker met een rendement boven de 100dB kan het bereikte resultaat denk ik niet verbeteren, die zou zeker de strakheid en de zuiverheid va de Sopra niet kunnen handhaven.