Introductie van de CD
Philips en Sony introduceerden samen zo’n 20 jaar geleden de compact disc (CD). Dit was echt een revolutie in opslag en weergave van geluid. De CD was de eerste digitale geluidsdrager die zijn entree op grote schaal in de huiskamer deed. Het gebrek aan alternatieven (in die tijd) zorgde ervoor dat je niet na hoefde te denken of een CD werkte in je CD-speler: CD was CD… Punt! Sony en Philips legden de technische specificaties nauwkeurig vast in de zogenaamde `red book` specificaties. Als onderdeel van deze specificaties werd de samplingfrequentie op 44,1 kHz en de kwantificering op 16 bits vastgesteld. Eén seconde van het originele signaal wordt dus in meer dan 44 duizend stukjes geknipt (‘gesampled’) en aan deze stukjes wordt een bepaalde waarde toegekend (kwantificering). Dit laatste deel heeft echter een ‘beperkte keuze’ van toekenning aan deze samples van iets meer dan 65 duizend waardes (16 ‘bits’). Het kan dus voorkomen, dat bij het toekennen van een waarde de oorspronkelijke waarde benaderd moet worden, omdat deze niet exact op één van de 65 duizend mogelijkheden lijkt. Dit zijn de zogenaamde ‘kwantificeringsfouten’ die afbreuk doen aan het originele signaal.
Het lijkt heel wat als je de getallen zo ziet, maar hier ligt de bron van de nog steeds gevoelige discussie tussen voor- en tegenstanders van digitale geluidsbronnen. Één argument van de `analogen` is moeilijk weerlegbaar: digitale vastlegging is altijd een benadering van het originele geluid omdat je een grote, maar beperkte set van getallen hebt om het geluid te beschrijven.
Introductie van de SA-CD (If it ain`t broken, why fix it?)
Als de CD in 20 jaar tijd zo`n groot publiek weet te bereiken, dat ook jarenlang weet vast te houden en dat eerder uitbreidt dan inkrimpt (ondanks de opkomst van Internet als - helaas illegaal - distributiekanaal voor muziek), waarom zou je dan met iets anders of nieuws komen? CD’s hebben een brede acceptatie in de markt en het is een éénduidige norm die niet verwarrend bij het koperspubliek overkomt. Waarom zou je het dus willen veranderen?
Het antwoord ligt voor een deel in het voortschrijden van de techniek die de door Sony en Philips gedefinieerde ‘red book’ standaard voor CD langzamerhand technisch achterhaalde. In het gedeelte over digitalisatie werd al vermeld dat hoe fijner de opslag van digitale informatie, hoe nauwkeuriger het origineel beschreven wordt. Hiervoor moet je dus wel meer informatie vastleggen. Met de huidige opslagmogelijkheden van 4.7 GB kun je dus 64 keer zoveel vastleggen als op een CD. Maar niet alleen de opslagcapaciteit is vergroot, de verwerkingscapaciteit van die enorme hoeveelheid digitale informatie, tegen steeds lagere productiekosten, is door de jaren heen ook enorm toegenomen. De techniek die voor SA-CD wordt toegepast wordt Direct Stream Digital (DSD) genoemd en wordt later beschreven.
Op strategisch niveau spelen een aantal belangen voor de muziekindustrie mee: de opkomst van het Internet als distributiekanaal voor muziek baart deze industrie grote zorgen. In absolute getallen stijgt de verkoop van CD`s nog steeds maar vooral de belangrijkste doelgroep van de toekomst, de jongeren, veranderen hun gedrag m.b.t. de aankoop van CD`s. Er wordt nog steeds gekocht maar ook veel meer gedeeld middels kopieën en MP3 bestanden. De muziekindustrie heeft dan ook baat bij een goede kopiebeveiliging om niet te veel markt te missen. De SA-CD is inderdaad voorzien van zo`n beveliging in de vorm van een digitaal watermerk dat kopieren voorkomt. Ook geven vrijwel alle SA-CD spelers geen digitaal signaal uit om kopiëren zonder merkbaar kwaliteitsverschil te voorkomen.
Maar uiteindelijk is ook het feit dat de licenties die Philips en Sony voor elke CD geld opbracht verlopen na 20 jaar en dat is misschien wel de belangrijkste reden om met een nieuw medium te komen...