DALI bouwt al vier decennia bejubelde luidsprekers, maar betere hoofdtelefoons staan tegenwoordig ook op het menu. Alleen prijkte er een aardige kloof tussen de high-end IO-12 en de betaalbare IO-modellen, tot het verschijnen van de nieuwe draadloze IO-8 met noise-cancelling. Het brengt veel van wat de EISA Award-winnende IO-12 te bieden heeft – maar dan voor bijna de helft van de prijs.
DALI headfi
Met de IO-8 lanceert DALI zijn vierde hoofdtelefoon, opnieuw draadloos en opnieuw met noise-cancelling. Dat er ‘iets’ tussen de IO-6 van 399 euro en de IO-12 van 999 euro moest komen… tja, dat stond in de sterren geschreven.
De Denen keken vast ook naar het succes dat hifi-rivalen als Bowers & Wilkins en Focal bekwamen met premium NC-koptelefoons die circa 5- tot 600 euro kosten, met name de Px8 en de Bathys. En dan is er ook nog de AirPods Max van Apple, die ondanks een prijskaartje van 579 euro uitgegroeid is tot een van de populairste draadloze hoofdtelefoons op deze planeet.
En is dan het antwoord uit het Deense Nørager: de IO-8. Alvast mooi is dat DALI niet een hoofdtelefoon brengt die hetzelfde wil doen als de concurrentie. Dat was bij de andere IO-modellen ook niet het geval, en bij de IO-8 is het niet anders. Wat dit juist betekent? Volgens DALI vooral dat ze hun diepe kennis van veertig+ jaar speakers (en bijhorende drivers) hebben gebruikt om dit stukje headfi te ontwerpen. Concreet werd voor de IO-8 het team ingeschakeld dat net de gigantische KORE-luidsprekers uittekende – over een verschil in schaal gesproken.
Wat sommige hifi-liefhebbers daarnaast vast fijn vinden is dat deze draadloze hoofdtelefoon ook als bekabelde oorplezierbrenger kan worden gebruikt. Zelfs als de batterij leeg is. Een mooi pluspunt, waardoor na de batterijduur van 30 uur (met NC) de muziek niet hoeft te stoppen.
Vertrouwd Deens design
De IO-8 past dus mooi in het rijtje als aanvulling op de eerder verschenen IO-4 en IO-6. Die lager geprijsde units lanceerde DALI enkele jaren geleden, wat de entree betekende voor de Denen in het segment. Vóór dat stadium was het bedrijf nagenoeg volledig gericht op het bouwen van luidsprekers, iets wat het zeker geen windeieren legde. Hoofdtelefoons kwamen er in 2019 bij, wellicht omdat ze daar in Nørager hadden gemerkt dat er veel van die toestellen aan de man en vrouw werden gebracht.
DALI stelde wel van meet af aan dat ze koptelefoons anders wilden benaderen. Door onder meer hun diepe kennis over luidsprekers in het designproces te laten meespelen. Ongelijk hebben ze natuurlijk niet. De Sony’s en Boses van de wereld hebben eigen recepten die al goed scoren. Als bedrijf uit de hifi-wereld moet je dan eerder net uitspelen waar je sterk in bent. Zie ook hoe Focal hun Franse flair voor uitbundig luidsprekerdesign en materialen liet doorvloeien naar hun succesvolle koptelefoons. Ergens doet DALI hetzelfde, maar wel door hun eigen Deense – de D in DALI – accenten te leggen. Een opvallende keuze: DALI brengt enkel draadloze modellen uit. Niet iedereen vindt dat type 'audiofiel' – de A in DALI – maar die kritiek wordt op twee manieren opgevangen: ondersteuning voor betere codecs en twee bekabelde modi.
Je ziet de familiegelijkenis tussen de verschillende IO’s in elk geval meteen. De ronde driverbehuizingen en oorkussens, de hoofdband en de layout van de knoppen zijn grotendeels hetzelfde. Dat wil natuurlijk wel zeggen dat de IO-8 er anders uitziet dan het IO-12-topmodel dat dit jaar de EISA Award voor beste draadloze koptelefoon op de kop tikte. Wie de grote, meer rechthoekige oorkussens van dat topmodel minder fijn vond, zal bij de IO-8 goedkeurend knikken als hij of zij dikke ronde kussens ziet.
Hoewel de nieuwe DALI wel een nieuwe 50-mm driver kreeg met een papier- en houtpulpconus waar het merk dol op is, ontbreekt bij de IO-8 wel het SMC-materiaal. SMC – aanwezig in de IO-12 en de beste DALI-speakers – doet veel om vervorming tegen te gaan, maar is te kostbaar om in een hoofdtelefoon uit deze prijsklasse te gebruiken, kregen we te horen bij een recent bezoek aan de DALI-fabriek.
Luxe, maar ook betrouwbaarheid
Het design van het nieuwe model mag dan netjes aansluiten bij het goedkopere DALI-duo, wat meteen opvalt is dat de IO-8 steviger in elkaar steekt. Als we het vergelijken met de IO-6 is de hoofdband solider en zijn de driverbehuizingen uit luxere materialen dan voorheen. Het zit even knus op je hoofd; op dat vlak maakt DALI een slimme keuze voor grote ronde oorkussens uit leder. Echt leder, want – zegt de fabrikant – uit tests blijken kunstmatige varianten gewoonweg minder duurzamer. De kussens zijn ook vervangbaar, iets dat je na enkele jaren intensief gebruik bij elke hoofdtelefoon wel moet vervangen.
De binnenkant van de hoofdband is dan weer een zachte kunststof die zich makkelijk laat reinigen, wat een bijkomende plus is op langer termijn. Het ruwere textiel aan de buitenkant matcht dan weer mooi met de buitenkant van de oorkussens. Een detail, maar op dit prijsniveau moeten gewoonweg die in orde zijn.
De IO-8 wil geen doorsnee hoofdtelefoon met noise-cancelling zijn. Daar hoort ook een eigen look bij. Niet iets extravagant of gek, maar in elk geval wel heel anders dan de gestroomlijnde curves van een Sonos Ace of Sony WH-1000XM5. En ook iets anders dan wat grote concurrent Bowers & Wilkins met z’n Px8 biedt. Zeker in de bruine mokka-versie ademt de IO-8 echt Deens Design uit; de kleurencombinatie doet zelfs denken aan andere luxehoofdtelefoons uit dat land, waaronder de IO-6. De zwart-grijze uitvoering is anoniemer, maar nog altijd voorzien van een mooie portie stijl. Daar zorgen de grote lichtbronkleurige metalen cirkels aan de buitenkant wel voor.
Draadloos? Ja en neen
Dat audiofiele kantje van DALI blijkt als het gaat om het draadloze gegeven. Hoewel Bluetooth niet door iedereen als audiofiel wordt gezien, bestaat er ook zoiets als pragmatisch zijn. ‘Echte’ headfi’ers zitten met een kabel verbonden aan een DAC en hoofdtelefoonversterker – wat spectaculair kan klinken – maar DALI koos er toch voor om een betere koptelefoon te maken die je overal kunt gebruiken. Ondanks de hogere prijs is het dus wel ontworpen om bij het reizen en forenzen op je hoofd te prijken.
Als je dan nog rekening houdt met de opkomst van betere audiocodecs en de afwezigheid van een echte hoofdtelefoonuitgang op de meeste smartphones, dan is die keuze voor draadloos bij de IO-8 helemaal de juiste. De ruime ondersteuning voor codecs, incluis aptX HD, maakt dat er nauwelijks op geluidskwaliteit wordt ingeboet.
Maar, merkte DALI-productmanager Krestian Pedersen tijdens een voorlichtingssessie op, de IO-8 is even goed een bekabelde hoofdtelefoon. Om te beginnen kun je het gewoon gebruiken met de meegeleverde audiokabel die eindigt in een 3,5-mm jack. Dat kan zelfs als de batterij helemaal leeg is. De noise-cancelling werkt dan niet, maar de muziek weerklinkt wel in je oren. Daarnaast is het mogelijk om de IO-8 via een USB-kabel aan een mobiel toestel of computer te hangen. Audio wordt dan digitaal aangeleverd aan de ingebouwde DAC van de DALI-koptelefoon (lossless tot 96 kHz/24-bit); je ziet dan ook bij macOS of Android de IO-8 als externe DA-convertor. Dit werkte prima toen we het testten met een Google Pixel 9 Pro Fold en een Samsung Galaxy S24 Ultra waarop Roon Arc respectievelijk de USB Audio Pro-app draaide. Volgens Pedersen krijg je via deze USB-DAC-modus de allerbeste kwaliteit te horen. Hoewel de IO-8 niet de enige hoofdtelefoon is met deze modus, blijft zo’n USB-DAC-modus wel eerder een zeldzaamheid.
Minimale functies
Geen app? Neen, geen app. En ja, je kunt lang discussiëren over de pro’s en contra’s van deze beslissing, maar uiteindelijk is het een bewuste keuze van DALI om er geen te bieden. Meer zelfs, bij een recent bezoek aan het bedrijf in Denemarken gaf het toe dat er intern wel een app bestaat. Het kan dus, maar het past volgens DALI niet bij het concept van een hoofdtelefoon die gericht is op intenser muziek beluisteren.
Die filosofie is helemaal anders dan de drukke app-ervaring bij – bijvoorbeeld – Sony of JBL, waar je geconfronteerd wordt met een enorme hoeveelheid functies. Of die functionele minimalisme op vlak van apps je ding is, dat moet je natuurlijk zelf weten. Het houdt de IO-8 wel eenvoudig in het gebruik. Je moet enkel beslissen of je ruisonderdrukking aan of uit zet (of kiest voor een transparantiemodus), en of je wil luisteren in een hifi- of basmodus. Een equalizer om zelf de DALI te tunen? Die is er dus niet, evenmin als instelbare NC-niveaus of een automatische pauzefunctie als je begint te praten.
Die zaken zien de ontwerpers als afleidingen. De indruk die we kregen bij dat recente bezoek aan DALI in Denemarken is dat het bedrijf dit echt meent, niet dat ze die functies niet konden of wilden implementeren.
Op de tast te doen
De bediening van IO-8 gebeurt volledig via de knoppen op de hoofdtelefoon zelf en het grote vlak aan de zijkant van het rechtse oor. DALI gebruikt hier echter geen capacitieve touchknoppen, maar fysieke toetsen onder de oppervlakte van de metalen ring. Het is dan ook trefzekerder dan soms bij aanraaktoetsen het geval is en blijft werken als je handschoenen draagt. Niet onbelangrijk, want ook in de winter wil een mens wel muziek horen. Nog handiger was geweest als er een klein reliëfje was aangebracht op de drukpunten voor meer en minder volume.
De drie andere toetsen liggen verspreid op de rand van het rechteroor. De middelste is een simpele aan/uit (die je langer ingedrukt houdt voor de pairingmodus) met daarnaast een knop om te schakelen tussen een Bass- en HiFi-modus. De derde knop zit een tikje minder handig vooraan op de koptelefoon. Door erop te drukken spring je van geen noise-cancelling naar ruisonderdrukking ingeschakeld. De derde optie is een transparantiemodus die heel natuurlijk een deel van het geluid rond je versterkt. Sommige NC-koptelefoons klinken in deze type modus heel kunstmatig, wat vermoeiend is. Maar de IO-8 functioneert net heel goed in transparantiemodus. Je kunt gerust naar muziek blijven luisteren terwijl je gewaar blijft van pakweg collega’s of huisgenoten rond je.
Hoe zit het met ruisonderdrukking?
Als het gaat om noise-cancelling-technologie, dan is het duidelijk dat bepaalde spelers alle kaarten in handen hebben. Bose, Qualcomm en Sony zijn de grote namen. Voor een hifi-bedrijf is het bijna ondoenbaar om zelf ruisonderdrukking te ontwikkelen, onder meer omdat er veel kennis vastzit in patenten (al zijn er inmiddels een heel aantal verlopen). En dan moet je de technologie nog kunnen verpakken op een zuinige chip…
De noise-cancelling van de IO-8 is dan ook niet in eigen huis ontwikkeld. De Denen gebruiken een betere chip van Sony, het bedrijf dat van de effectiefste NC-koptelefoons bouwt. Als dat vreemd lijkt, dan zal je wellicht eveneens opkijken bij het feit dat Sony camerachips levert aan de meeste concurrenten voor z’n eigen Xperia-telefoons – die allemaal sterk uitpakken met hun fototalenten.
Als het gaat om draadloze chips, is DALI dan weer te rade gegaan bij Qualcomm. Die combinatie van Sony en Qualcomm kom je wel vaker tegen, onder meer bij de kostbare T+A Solitaire T.
Wat ook de oorsprong van de technologie, de IO-8 houdt omgevingsgeluid heel goed buiten. Ten opzichte van draadloze in-ears heeft een over-ears-model zoals dit sowieso een voordeel. De grote oorkussens die stevig (maar niet te hard) op de oren drukken, houden al veel lawaai buiten. Dat maakt dat er minder herrie overblijft dat de actieve noise-cancelling moet aanpakken.
De IO-8 doet het in onze synthetische tests goed. Om te beginnen produceert het nagenoeg geen ruis als er niets speelt, een probleem dat je vooral bij oudere of heel goedkope NC-koptelefoons ontmoet. Als er een nummer speelt, lijkt de tonaliteit ook onaangetast. Je verliest dus niet meteen veel als je luistert via NC.
Bij onze vaste testvideo elimineerde de DALI-koptelefoon het lawaai van de trein en de wind grotendeels. Zeker als we op hetzelfde moment een video bekijken of een playlists afwerken, valt het grotendeels weg. We vergeleken ook even met enkele marktleiders, te beginnen met de WH-1000XM5 van Sony en de Sonos ACE. Puur als het gaat om NC doet de Sony het net iets beter, waarbij opvalt dat de DALI een tikje meer lage herrie doorlaat en de Sony wat hogere frequenties. Het verschil is echter heel klein, en de DALI bezit bij het spelen van iets als ‘Angel’ van Massive Attack duidelijk meer controle qua bassen.
De Px7 Se zit ook in de buurt, maar de andere vorm en harde kussens van de Bowers & Wilkins liet passief iets meer geluid door. Dat heeft natuurlijk ook wel met oorvorm te maken, wat heel persoonlijk is. Een oorschelp is even individueel als een vingerafdruk.
Audiofiel maar ook universeel
Verbonden met een Galaxy S24 Ultra gebruikt de IO-8 enkel de standaard aptX-codec. Het mag geen aptx HD zijn, de tracks op de nieuwe, zesde verzamel-cd van DALI – netjes geript zodat Roon het kan streamen – klinken wel heel mooi. Zo ontbreekt er niets van het vele microdetail aanwezig op Melanie De Biasio’s ‘With All My Love’. De ruimtelijkheid van dit nummer valt helemaal te proeven, met regelmatig toetsen die je op het grote formaat van de ruimte waarin het is opgenomen wijzen. De drummer die zachtjes op de cymbalen tikt in de verte, het weergalmen van de piano of het gepiep van de mechaniek bijvoorbeeld. Er duikt ook een lage synthesizertoon op die in de achtergrond dreunt – mooi is hoe de 50-mm drivers dit heel zuiver en strak weergeven, zonder de andere muzikale informatie te benadelen. Ook bij ‘Mexican Margarita’ op dit album slaagt de IO-8 er goed in om de vingervlugge akoestische gitaar heel rijk neer te zetten, terwijl de conga’s en vooral de elektrische bas heel mooi z’n eigen ding kan doen. Wat we hier horen, kom je niet zo vaak tegen bij goedkopere NC-modellen.
De HiFi-modus is er trouwens niet alleen voor verfijnde, audiofiele opnames. Als een muzikale omzwerving in Roon ons uitbrengt bij de pubrock op ‘The Monitor’ van Titus Andronicus, dat krijgen we de punkrock met sterke verwijzingen naar The Hold Steady en The Pogues snel en met een gepaste portie energie aangeleverd.
De aandacht voor het midden die we met DALI associëren doet ook deze tracks goed klinken, terwijl dit typisch een genre is dat op meer commerciële hoofdtelefoons wolliger en minder helder gepresenteerd wordt. En dat terwijl het net om de halfdronken lyrics draait.
Fijnproevers welkom
Hoewel de IO-8 in draadloze modus overtuigt, zijn we toch ook nieuwsgierig naar de bekabelde DAC-modus die volgens de ontwerpers nog beter klinkt. Het is misschien niet de handigste manier om de DALI-koptelefoon te gebruiken, zo moeilijk is het niet. In het meegeleverde etui uit jeansstof zit een 1,2-meter lange USB-kabel die je direct op een computer kunt insteken. Eentje die eindigt op een USB-C-stekker was misschien nuttiger geweest, dan kon je de koptelefoon rechtstreeks op een smartphone of een laptop zoals een Macbook Air aansluiten. Maar goed, zo’n USB-C naar USB-C-kabel is niet bepaald moeilijk om op de kop te tikken.
In de USB-modus en via de USB Audio Pro-app creëert de IO-8 een indrukwekkend ruimtelijke ervaring zodra we op play drukken bij ‘Lifa Iotungard’, Heilungs recent verschenen live-album. De hoorns en vogelgekwetter weergalmen al levensecht, maar als de percussie en de keelzangers hun ding doen bij ‘In Maidjan’ wordt het een heel machtige ervaring. Zelfs in hifi-geluidsmodus bonken de vikingdrums met veel impact, de basmodus hebben we hier echt niet nodig. Als we nu niet voelden dat de oorkussens wat harder op de oren drukten – zoals altijd bij een NC-koptelefoon – zouden we bijna denken dat het een open hoofdtelefoon was. Behalve dan qua bassen, want dat zou toch wel anders zijn bij de Austrian Audio Composer of de Yamaha YH-5000SE die nog in de testruimte te gast zijn.
Zo’n IO-8 zit propvol technologie, maar toch kun je hem blijven gebruiken als de accu leeg is (of je gewoon op de uit-knop duwt). Dat vinden we een interessante eigenschap, want het zou niet de eerste keer zijn dat we ergens op vakantie ’s avonds even willen chillen met muziek om te ontdekken dat een lege batterij van een draadloze hoofdtelefoon of TWS voor een resolute no-go zorgt. Dat heb je dus niet bij deze DALI. Maar klinkt het dan nog goed? Er is een hoorbaar verschil tussen deze stand en de actieve modus, maar dat verschil is verrassend klein en zit hem vooral in het laag. Het hangt in deze modus natuurlijk ook af van hoe je de IO-8 aanstuurt.
Met een krachtige iFi Audio iDSD Diablo 2 als DAC/versterker is ‘Cutouts’ van The Smile – een tip van collega Max en een tweede neerslag van een sessie die eerder ‘Wall of Ye' voortbracht – een even sterke beleving als rechtstreeks via USB of Bluetooth. ‘Instant Palm’, dat The Smile samenbrengt met London Contemporary Orchestra, verliest amper detail of openheid, wat de IO-8 in z’n offline-modus even sterk maakt als met alle elektronica ingeschakeld. De iFi Audio speelt hier natuurlijk ook een rol – en we merken wel dat het aardig moet werken om de IO-8 goed aan te sturen. Een aparte DAC/versterker is dus wel een aanrader!
Conclusie
Het knappe design en vooral de focus op een hifi-ervaring onderscheidt de IO-8 op overtuigende wijze van de NC-koptelefoons van de grote namen. Maar ook op andere vlakken komt de IO-8 sterk uit de hoek. De ruisonderdrukking is heel effectief, draagcomfort is prima (ondanks een iets hoger gewicht) en de no-nonsense kijk op de bediening en apps is heerlijk ongecompliceerd. Maar de essentie blijft toch de goede klank. Op dat vlak zit de IO-8 niet zo ver van de IO-12 als het prijskaartje zou suggeren. En dat zowel in de USB-modus, draadloos als offline.
DALI IO-8
599 euro | www.dali-speakers.com
Beoordeling 4,5 op 5