Met de introductie van de A-serie begin 2011 maakte Boston een geweldige comeback op de home audio luidsprekermarkt. De uiterst bescheiden prijsstelling - vanaf 99 euro per stuk - en de degelijk afgewerkte kasten droegen zeker hun steentje bij aan het succes. Maar daar ben je er natuurlijk nog niet mee als luidsprekerfabrikant. Je luidsprekers moeten vooral goed klinken...en dat deden de modellen uit de A-serie.
Van de twee modellen die ik voor HiFi.nl testte was het de kleine A25 die me het meest verraste, en de conclusie van de recensie luidde dan ook: “Was de A360 een verrassing, de A25 is een echte ontdekking. Of zoals onze Oosterburen zeggen: een Geheimtipp.” Aan de duurdere en luxueuzer uitgevoerde M25 de lastige taak om Boston ook in een hogere prijsklasse weer op de kaart te zetten.
Boston M25
Geluidsgoeroes Ken Ishiwata (bekend van zijn werk voor Marantz, dat net zoals Boston deel uitmaakt van de D+M Group) en Karl-Heinz Fink (met Fink Audio Consulting betrokken bij de nodige high-end luidsprekerontwerpen) tekenden ook dit keer weer voor het ontwerp. De overeenkomsten tussen de A- en M-serie zijn daardoor groot. De M-serie steekt alleen op alle parameters beter in elkaar. Dat begint al bij het uiterlijk, de M25’s zijn juweeltjes. De licht gebogen zijpanelen zijn voorzien van een prachtig - in mijn geval notenhout - fineer. Alle oppervlakken tussen de zijwanden zijn bekleed met een ‘leatherette’ imitatieleer. Met de grilles gemonteerd zouden de M25’s zelfs niet misstaan in een luxe meubelzaak. Maar, met de grilles verwijderd kunnen er toch nog wel een paar puntjes op de i gezet worden: zo zijn de units netjes in de kast verzonken, maar zijn de afdekringen op de kast geplaatst, en moeten de pinnetjes van de frontjes in de kast gestoken worden. Minder visuele verstoringen op de baffle hadden naar mijn mening de vormgeving nog strakker, en vooral rustiger, gemaakt.
Boston M-Serie en Ken Ishiwata
De behuizing is gemaakt van een materiaal dat Boston Acoustics ‘Lo-Q’ noemt en bestaat uit twee platen MDF met daartussen een dempende laag. Ook in de kast zijn volgens Boston de nodige dempingsmaterialen en verstevigingen aangebracht. Het kleine speakertje (314 x 176 x 258 mm) weegt daardoor maar liefst 6,7 kilogram. Om eerste reflecties te beperken hebben de Lo-Q zijpanelen een geleidelijk aflopende rand en is de rest van de behuizing bekleed met het enigszins dempende imitatieleer. Aan de achterzijde bevinden zich de baspoort en de degelijk uitgevoerde single-wire luidsprekerklemmen.
Boston M25
Net zoals de eerder besproken A25 is de M25 een twee-weg basreflex luidspreker met een 1” tweeter en een 5¼” woofer. De specificaties van de units en de luidsprekers zijn echter wel verschillend. De 1” Extended Wide Bandwidth (EWB) ring-radiator tweeter met een klein deukje op de dome en een opvallende ovalen frontplaat, loopt door tot 30kHz (25kHz voor de A25) en de lichtgrijze Polypropyleen woofer loopt volgens opgaaf door tot 62Hz (A25: 55Hz). De nominale impedantie blijft op 4 ohm (A25: 8 ohm) steken en het rendement op 85dB (A25: 87dB). De verschillen geven duidelijk aan dat Boston meer de audiofiele richting op wil gaan met de M25. De M25 stelt daarom - terecht - zwaardere eisen aan de versterker waarmee hij verbonden wordt.
Toegevoegde waarde
De afgelopen maanden hebben de nodige kleine en niet zo kleine mini-monitoren in mijn luisterruimte mogen bivakkeren. Als ik terugdenk aan de Boston A25, de Dynaudio Excite X12 en de Quad 11L Classic’s die allen een meer dan uitstekende indruk achterlieten, mag het duidelijk zijn dat de concurrentie in deze prijsklasse moordend is. En dan heb ik het nog niet over de bijzonder indrukwekkende en iets duurdere KEF LS50’s. De Boston M25 staat dus niet voor een makkelijke opgave.
De M25’s hebben op al deze modellen sowieso een voorsprong als er puur naar het design wordt gekeken. Ze zijn, met hun ranke profiel, mooi gefineerde zijwanden en lederlook afwerking, van een haast Italiaans schoonheid.
Maar het gaat de lezers van HiFi.nl wellicht meer om geluidskwaliteit. En daar moet ik toch een kleine kanttekening bij maken. Al vanaf het begin - het was een ingespeeld paartje - hoorde ik een wat donker karakter in het geluid. Met name het hoog leek ietwat terughoudend. Desondanks was er voldoende detaillering te horen, zelfs kleine details werden duidelijk gearticuleerd weergegeven. Ook de breedte van het geluidsbeeld was bepaald indrukwekkend. Toch bleef ik me storen aan de lichtelijk ingetogen tonaliteit van het mid/hoog. De luidsprekers werden extreem ingedraaid - de opstelling die Ken Ishiwata vaak gebruikt om de invloed van de ruimte te minimaliseren - dan weer recht vooruit geplaatst. Maar het effect bleef hoorbaar. Andere luidsprekerkabels - Siltech Explorer 180L’s moesten plaats maken voor een setje AudioQuest CV 4.2 - brachten al wat meer frisheid in het geluid. De luidsprekers indraaien totdat de tweeters rechtstreeks in de oren vuurden hielp ook. Al ging het warme laagje voor mijn gevoel nooit helemaal weg.