De introductie van de TAD Micro Evolution One is een bijzonder moment. Dat moet in het licht worden gezien van de prestaties die deze relatief kleine monitor neerzet. Het idee ontstond om voorafgaande aan de review geen interview te houden, maar een discussie met betrokkenen die vanuit verschillende disciplines ervaringen met en meningen over deze luidspreker hebben. Die discussie lees je hieronder, de uitgebreide review volgt in december.
De betrokkenen zijn Harry van Dalen en Michael van Polen (Rhapsody), Michel Keyner (Audiofile ‘s Gravenmoer), Ruud Jonker (Music Emotion) en Frans de Rond (Sound Liaison). Frans was bij de discussie zelf niet aanwezig, maar heeft zijn ervaringen met TAD anderzijds aan het gezelschap kenbaar gemaakt. De verschillende disciplines binnen deze groep zijn musicus, recording- mixing- en masteringengineer, muziekliefhebber, high-end audio deskundige, marketeer, audio-technicus, eigenaar van een audio-winkel, klantervaring, importeur, muziekdeskundige, producer en hifi-reviewer. Het zal duidelijk zijn dat de leden van het panel individueel over een deelverzameling van meerdere van die disciplines beschikken en dan ook een genuanceerder beeld kunnen schetsen. De katalysator voor de discussie zijn een aantal thema’s of onderwerpen. Voor de duidelijkheid: De TAD is een monitor op een statief. De kleinste TAD die tot nu toe is gebouwd.
De doelgroep voor de TAD
Michel: Eigenlijk moet je hem niet als monitor zien. Het is een volwaardige luidspreker. Bedoeld voor iemand die alles wil draaien. Van Mahler tot hardrock.
Michael: We hebben de TAD hier gehoord. Splinternieuw. We hebben maar twee dagen gedraaid, daarna moest de set weer weg.
Michel: Was je er enthousiast over?
Michael: Ja, heel erg goed. Daarom heb ik zoiets van ik zie hem niet als monitor, ondanks dat hij er als monitor uitziet. Hij klinkt als een volwaardige luidspreker.
Michel: Is dat een soort markt-uiting dan?
Michael: Ik denk het wel. Iemand die op zoek is naar een luidspreker en zegt ik wil geen grote luidspreker. Je verwacht niet van deze kleine dat die net zo goed presteert als de (grotere) TAD die op de gang staat.
Harry: Elke monitor is eigenlijk een soort tweeweg. Dit is een drieweg en dat maakt een essentieel verschil met andere monitoren. Er is veel meer energie. Je kunt gewoon keihard rock draaien, maar je kunt ook Monteverdi draaien. Een klein systeem heeft die luchtigheid van de staging, maar mist ten opzichte van een groot systeem vaak de energie en power. Maar dat doet deze luidspreker ook.
Michael: Vooral het laag is het mooie van deze luidspreker en als bassist vind ik dat heel fraai. Dat rollende laag doet geen enkele monitor die ik ooit heb gehoord.
Harry: Michel en Michael, jullie spelen allebei bas?
Michael: Wat je hoort, als je een echte bas inplugt, is wat die monitor doet. Als Harry een plaat uitzoekt en wat je normaal niet in een monitor hoort, is dat de bas enorm rollend en met veel energie en strak klinkt.
Harry: Ruud, maar dan weten we nog niet wat jij ervan vindt?
Ruud: Dat laag is inderdaad fenomenaal. Zowel een geplukte bas als het statische laag, zoals een kerkorgel dat produceert. In Parijs heb je de Philharmonie de Paris. Een nieuw gebouw waar door de firma Rieger een enorm orgel is gebouwd. Daarvan is hier een opname. Er wordt een orgeltranscriptie van Franz Liszt gespeeld. Daarin zijn tonen tussen 16 en 25Hz, waarvan je denkt dat die laagste tonen niet uit zo’n luidspreker komen. De TAD laat veel van die tonen horen en ook voelen. Dat is enorm indrukwekkend.
Harry: Dat is, op het moment dat je die grondtoon hebt, de draagkracht van veel andere muziek. Bijvoorbeeld als je The Who draait. Vaak roept iedereen dat de opname dan niet deugt. Maar, die opname deugt wel, alleen kan die luidspreker het niet.
Michel: Ik denk gespecialiseerd te zijn in monitor-luidsprekers. In ‘s Gravenmoer staat het dan ook vol met monitoren. Een mooi tweeweg-systeem doet ook iets dat een drieweg weer niet kan. Met name de staging. Maar als je harder gaat spelen, dan begint de compressie te werken. Vanmorgen kwam toevallig Canton met hele dure monitoren. ‘Michel, daar moet je naar luisteren, want dat klinkt als een groot systeem’. Ik sluit dat aan. Dan heb je zo’n typisch tweeweg-systeem, nog groter dan de Micro Evolution One. Dan hoor je dat de fabrikant een poging doet om daar veel laag uit te krijgen. Dan zeg ik ‘Zullen we even teruggaan naar de ME1, die staan daar toevallig’. Je kunt dan waarnemen dat de TAD supersnel en neutraal in het laag is. Als je harder gaat spelen, gaat hij gewoon door. Er is dan géén compressie.
Michael: Als je harder gaat spelen, wordt het geluid vaak dun en fel. De TAD doet dat niet. Die blijft bij elk volume dezelfde energie geven. Dat maakt, zeker toen we hem ook bij TAD hoorden en waar een hele grote ruimte is en hard werd gespeeld, of er gewoon een giga-systeem speelde.
Ruud: Dat is best opmerkelijk. Normaal let je daar helemaal niet op en is het ook verder van geen enkel belang, maar de belastbaarheid van de TAD is toch maar 160 Watt.
Michael: Gezien de prestaties lijkt het of die belastbaarheid veel hoger is.
Harry: Ik denk dat het vaak wordt gebruikt in extreme studio-omstandigheden. Het is wat Frans (de Rond) ook zegt. ‘Voor mij is het een monitor, met full extension. Ik kan heel hard draaien. Eigenlijk onbeperkt. Er zit geen limiet op. Ik hoor alles, maar ook de muzikale kant van mijn opnames’. Dat heeft hij nooit gehoord bij andere monitoren. Je hoort direct alles in de opname, maar het is ook direct muziek. Niet alleen maar analytisch in de opname kijken.
Michael: Hij geeft een enorme harmonie in het middengebied.
Ruud: Dat gebied is fantastisch als je op stemmen let.
Harry: Bij veel andere luidsprekers luister je naar drivers. Bij de TAD verdwijnen de drivers en is er een soort gemak, waardoor je naar alles kunt luisteren. Als je een compressed opname opzet, hoor je gewoon een compressed opname. Dat maakt het voor mij fascinerend.
Michel: Het was voor mij ook even een weg die ik moest afleggen. Ik ging testen en probeerde kritisch te zijn. Jullie zijn enthousiast, maar ik kreeg niet de sound die ik wilde. In het begin moest ik wennen, maar daarna heb ik avonden zitten luisteren. Als je een winkel hebt, is daar weinig tijd voor. Het interessante is, wat Harry ook beschrijft, dat TAD de spagaat kan maken tussen het muzikale en dat je ook audiofiel bevredigd wordt. Je kunt je gewoon concentreren op die contrabassist die daar in die ruimte zit. Je kunt er gewoon naar kijken. Dat vind ik zo fascinerend. Als klanten mij vragen of ik een alternatief heb, dan heb ik dat op deelaspecten. Maar binnen mijn scope en mijn assortiment heb ik geen alternatief. Â
Ruud: Als je luistert, dan heb je uiteraard de instrumenten en stemmen, die gewoon levensecht klinken. Maar ze hebben ook een soort ‘umfield’. Je bent je volledig bewust van alle kleine geluiden en de typische sfeer die je dan hoort op een opnamelocatie. Het is echt alsof je in die ruimte bent.
Harry: Mooi hoe je dat omschrijft. Dat is een heel belangrijk aspect in high-end. Dat maakt het verschil tussen high-end audio en goede hifi.
Michel: En ook op laag volume.
Michael: Het is een van de dingen waarom wij, voor ons opnamelabel, de TAD kiezen uit de vele merken die we hier hebben staan.
Michel: Als je muzikanten op bezoek krijgt, kiezen die gewoon blindelings voor de TAD. De sound en de drive. De klankkleur zit erin. Als je dan teruggaat naar een mooie audiofiele luidspreker is er even adjustment nodig. Maar, terugkerend naar de TAD merk je elke keer dat het weer zo enorm goed is. Je kunt er zelfs een goedkope versterker op aansluiten. Het muzikale aspect blijft.
Michael: En het realisme van het werkelijke instrument komt naar voren. Met andere merken kost dat vaak enige moeite. We zitten altijd na te tunen. We krijgen dat effect dan wel, maar je moet altijd na-tunen. Bij deze luidspreker is het plug & play en je hebt het. Â
Ruud: In de luisterruimte is een opname van een gospelkoor. Dat stond echt 7 meter breed en volledig los in de luisterruimte. Nog nooit zoiets gehoord. Fascinerend.
Harry: En dan staat er zo’n klein rotding voor je.
Michael: Maar met welke combinatie speel je dan?
Ruud: Allemaal heel speciale matches die je niet zo snel of nooit zou verzinnen. Dan luister ik echt als opname-technicus. Het komt dan voor 95% terug zoals het op de studiovloer klinkt. Soms (afhankelijk van de opgebouwde set) met iets méér ‘audiofiele emotie’, maar dat is een begrip waar ik weinig van begrijp en weinig mee kan. Het blijft in ieder geval erg realistisch.
Harry: Door budget en keuzes voor elektronica kleur je het zelf een beetje in. Dat maakt ook het spelletje leuk.Â
Ruud: Soms is het dan niet helemaal wat het zou moeten zijn.
Harry: Wij zeggen niet ‘dit is het en de rest is niks’. De waarheid bestaat natuurlijk niet. ‘Het is alleen dat je als bedrijf soms verrast bent door een merk. Een van de sterke aspecten van TAD is dat ze na zes jaar nog steeds geen nieuwe modellen hebben en dat ook niet van plan zijn. Het lijkt dan dat sommige modellen oud zijn en dat andere modellen verder zijn. Maar het is een heel ander verhaal. Vorig jaar werd deze kleine luidspreker voor het eerst gepresenteerd. Daarna zijn ze er nog een jaar mee bezig geweest en hebben ook de driver helemaal opnieuw ontwikkeld. Ze doen dus heel veel
research. De CEO zegt: ‘Wij zijn niet het bedrijf dat heel snel met een nieuw model komt. Ons product is helemaal af. Het kan zomaar acht jaar duren voordat er een nieuw model komt’. Van de CR1 is een mark 2. De enige reden dat ze dat deden is omdat er marktvraag is en omdat de oude coating van de woofer niet meer beschikbaar was. Er is verder geen verschil. Mk2 slaat eigenlijk helemaal nergens op. Veel andere fabrikanten brengen in deze tijd hele dure dingen in een verhoogd tempo opnieuw uit. Voor klanten kan dat best lastig zijn. Ik zeg niet dat TAD de beste luidspreker is, maar het is best een tijdje onder het Pioneer-oppervlak geweest. Nu wordt het als zelfstandig merk gezien. Er is ook een nieuwe distributie. Mobile Fidelity in de VS doet momenteel TAD. Dat is niet de eerste de beste.
Michael van Polen en Harry van Dalen, Rhapsody
Zijn luidsprekers nu beter dan vroeger?
Ruud: Zijn luidsprekers nou echt beter dan vroeger? Sommige klassieke (hoorn) luidsprekers blinken ook uit in realisme en dynamics.
Harry: Dat is heel moeilijk, omdat je soms ook over een persoonlijke beleving praat. Wij krijgen vaak ook oude systemen terug. Bijvoorbeeld de beroemde Avalon Eidelon. Dat was indertijd een statement en stap voorwaarts. Nieuwe luidsprekers van TAD, Sonus Faber en Magico hebben een soort 3D-plaatje dat veel meer klopt ten opzichte van de miking dan dat het ooit was. Dat heeft te maken met het tijdsverhaal en met de snelheid van de drivers. Maar, en dat geldt ook voor jou Ruud, ik kan ontzettend genieten van iets dat het niet heeft en toch ook die charme heeft van vroeger. Maar, dat komt ook omdat jij, Michael, anderen en ik uit die periode komen. Er bestaat een gevoelsverhaal van bijvoorbeeld het basisgeluid uit de jaren zeventig. Waar we op kicken. Ik denk dat niet het luidsprekerverhaal, maar de digitalisering van de laatste 25 jaar de muziekindustrie verarmd heeft. Het is zo bijzonder als wij een draaitafel of een recorder met een mastertape aanzetten. Er is nog steeds een schokkend verschil. Jonathan Valin vertelt in de nieuwe Absolute Sound heel simpel dat zijn vrienden snel overgingen naar digitaal omdat veel draaitafels geen goede pitch hadden. Tapes hadden vaak ook ruis en op een cd passen veel langere stukken. Valin: ‘Na een lange studie kan ik veel dingen opnoemen die wel en niet kloppen bij digitaal, maar laat nou eens die naald in de groef zakken en vertel waarom het dan dat effect geeft’. Als je nou een draaitafel of recorder aansluit op een TAD, Magico of Sonus Faber, dan gaan die luidsprekers nog veel méér het ontwerp, de filosofie en de materialen laten horen.Â
Michael: Veel van die mooie oude luidsprekers kunnen niet op de juiste manier de klank en de eigenheid van oude instrumenten weergeven. Met moderne luidsprekers hoor je echt zo’n oud instrument.  Â
Luisteren als leerproces
Ruud: Michel, het koppelen van hoe muziek live klinkt aan wat systemen doen is voor consumenten erg moeilijk. Mensen kunnen beeldkwaliteit vaak beter beoordelen. Volgens mij is er een soort leerproces. Je moet kennelijk twintig jaar met audio bezig zijn voordat je realiteit en hifi kunt linken. Een soort boeddhistische groei. Hoe zie jij dat? Past een TAD of Magico vooral bij muziekliefhebbers die verder zijn in hun ontwikkeling?
Michel: Magico en TAD zijn twee excellente producten die ieder in een heel ander kwadrant spelen. Magico is fantastisch voor een deel van de klanten en anderen moeten daaraan wennen. Bij TAD heeft nog niemand aangegeven dat ze moeten wennen aan de TAD-sound.Â
Ruud: Waar zit dat verschil?
Michel: Dat is de muzikaliteit. Iedereen, ook niet-audiofielen, vindt het fantastisch klinken. Mensen die weinig hebben met audio zijn enthousiast. Mijn schoonmoeder en anderen, die helemaal niet bezig zijn met audio en weergave, zijn direct overtuigd van het realisme dat een TAD biedt. De TAD is daarmee een communicatiemiddel naar bijna alle doelgroepen.
Michel Keyner, Audiofile 's Gravenmoer
Harry: Dat is waar. We hebben nooit iemand gehad die het niets vond. We steken er al vier jaar veel werk in. Iedereen is gefascineerd en men komt vaak terug om het nog een keer te horen. Anderhalf jaar geleden begon het dan ook, vanuit een relatief onbekende positie, te verkopen.
Michael: Je hoeft mensen geluidstechnisch niet te overtuigen. We moeten ze alleen overtuigen dat het zeker de kwaliteit heeft van andere producten. Je moet het naast andere producten laten horen om het dezelfde waarde te geven. Niet iedereen hoort meteen dat het minstens dezelfde kwaliteit heeft als Magico of andere merken. Wij horen dat wél, maar wij zijn getrainde professionals. Een consument zoekt vaak naar een bevestiging, zeker ook in de markt. TAD is natuurlijk relatief onzichtbaar in de markt en dat is best weird.
Michel: Als mensen bij mij kopen dan doen ze dat, hoop ik, omdat ze het goed vinden. Maar ze doen het ook vanuit een perceptie. Ze worden bevestigd door anderen.
Harry: Toch nog even terugkomend op dat hele boeiende thema. Ja, je moet inderdaad leren luisteren. We zijn gecamoufleerd door conditionering. Wat je ook zegt is dat een 4K-beeld makkelijker te herkennen is, omdat we heel visueel naar buiten gericht zijn. Onze oren zijn veel meer geconditioneerd. ‘Ik houd hier niet van, ik vind dit mooi enzovoorts’. We zijn heel gevoelig met ons gehoor. Als je getraind bent in luisteren, dat kost tijd, maar dan kun je de dingen méér in perspectief zien. Ik heb veel vrienden die helemaal niets hebben met audio. Het is dus wel heel apart dat die meteen systemen op de juiste manier kunnen beoordelen. Die reageren heel spontaan en hebben het meteen bij het rechte eind.
Ruud: Wat jullie zeggen is heel fascinerend. Mensen die niet bezig zijn met audio, herkennen direct de kwaliteiten van een systeem dat alles goed weergeeft. Maar, onze beroemde audiofielen en muziekliefhebbers, die intensief bezig zijn met audio en muziek, hebben vaak een lange weg nodig om verder te komen en blijven hangen in de eigen smaak. Ze raken op de een of andere manier van het rechte pad af.
Harry: Er is zelfs nog méér. Je draait opnames van drie verschillende vleugels. Er zit iemand te luisteren die nog nooit een vleugel live heeft gehoord. Toch herkent die de ene opname als ‘echter’ dan de andere. Dat is fascinerend. Veel mensen die hier luisteren hebben niet de ervaring met, of de mogelijkheid om op diverse locaties vleugels te horen. Toch kan een audiosysteem ze de perceptie geven van echt of minder echt. Kennelijk is er iets in ons collectief geheugen opgeslagen, anders kun je dat niet herkennen.
Ruud: Naar de afronding: Kan de TAD nog beter?
Michael: Het is heel moeilijk om nog een stap beter te gaan. De huidige vormgeving van TAD is erg aanstekelijk. Het is wat moderner. Maar qua elektronica? Het is eigenlijk dik voor elkaar en bespottelijk muzikaal.
Rhapsody, www.rhapsody.nl
Audiofile, www.audiofile.nl