Hoornluidsprekers ken ik eigenlijk alleen van shows en van beurzen. Hoogste tijd dus om eens een mooi exemplaar te beluisteren in de omgeving waar ze uiteindelijk meestal terecht komen; in de huiskamer. En welke huiskamer kun je dan beter gebruiken dan die van de importeur.
In dit geval is dat Hay (Limburgs voor Harry) die niet alleen audio apparatuur importeert maar ook al veertig jaar bezig is met het ontwerpen en modifi ceren van voorversterkers, eindversterkers, luidsprekers en dac’s. Hay is een elektronica ingenieur met een uitgesproken mening, met name over audio.
Hij richt zich op buizenapparatuur omdat in zijn perceptie buizen en buizenschakelingen beter klinken dan halfgeleiders. Wie een kijkje neemt op zijn website komt tot de ontdekking dat hij zowel de door hem geïmporteerde, als de door hem zelf vervaardigde componenten graag aansluit op hoornluidsprekers van de merken Odeon en Hornmanufaktur.
Odeon no. 28
De oprichter van Odeon, Axel Gersdorff, begon aan het eind van de zeventiger jaren met het ontwerpen van luidsprekersystemen. Tussen 1990 en 1993 werden de voorlopers van de huidige hoornluidsprekers ontwikkeld. Tot voor kort waren er vier grote drieweg front-loaded hoornsystemen leverbaar. De Elektra, de no. 26, de no. 32 en de no. 38. Maar de serie wordt vernieuwd en momenteel legt Gersdorff de laatste hand aan de vernieuwde versie van het topmodel, de no. 38. Het in juni 2010 op de markt gebrachte onderwerp van deze test, de no. 28, vervangt de Elektra en de no.26 en is daarmee het kleinste driewegmodel. Klein is in dit geval overigens een relatief begrip want met zijn hoogte van 118 cm, zijn breedte van 46 cm en zijn diepte van 54 cm zijn dit geen luidsprekers die je snel over het hoofd ziet.