Review: KEF Q350 en Q750


Jamie Biesemans | 09 juli 2017 | Fotografie Redactie Hifi.nl | KEF

SAMENVATTING

Wat de Q Series helemaal onderscheidt van concurrenten in het segment is de focus op een mooie, natuurlijke weergave die ook off-axis stand houdt. De Q350 straalt heel breed uit, al is het niet zo straf als zijn grote LS50-broer – die blijft de koning van near-field luisteren. Op een redelijke luisterafstand en met de speakers een tikje ingedraaid, ervaar je met de Q350 een knap stereobeeld dat weet te ontsnappen aan de luidsprekers. Ze hebben voor dit prijspunt een heel fraaie middenweergave en best wat zin voor detail. De keerzijde is dat sommige mensen de Q Series misschien net té kleurloos gaan vinden, maar dat is toch wel een persoonlijk gegeven. De Q750 is een prima vloerstaander die - niet verrassend - een betere all-rounder is dan de Q350. Zet hem op spikes, draai ook hem wat in, en je doet voor iedereen in de sofa een prima muziekervaring cadeau.

PLUSPUNTEN

  • Goede prijs/kwaliteit-verhouding
  • Strakke, zeer degelijke afwerking
  • Uni-Q-driver levert een natuurlijk geluid
  • Significant prijsdaling
  • Brede uitstraling zorgt voor goede off-axis prestaties

MINPUNTEN

  • Grille is niet meegeleverd
  • Boekenplankspeakers zijn plaatsingsgevoelig
  • Q350 is een wat grotere boekenplankspeaker
  • Nadruk op natuurlijk geluid kan wat emotieloos overkomen

KEF vernieuwt de populaire Q Series en doet daarbij iets ongewoon: het merk maakt de speakers goedkoper. Daarmee worden Q-speakers zoals de Q750 (649 euro) en Q350 (279 euro) nog interessanter voor wie op betaalbare wijze van muziek wil genieten.

KEF is één van de grootste namen uit hifi, met een palmares waar menig merk jaloers op is. De Reference-familie, de Blade-luidsprekers en natuurlijk de blinkende gigant die de Muon is… stuk voor stuk luidsprekers die bewijzen dat het Britse bedrijf een visie heeft en weet hoe die om te zetten naar producten.

En dan heb je nog de LS50 – één van de beste boekenplankspeakers beschikbaar – en de LS50 Wireless, een zeer slimme combinatie van de LS50-speakerkwaliteiten met een ingebouwde versterker en streamingmogelijkheden. De LS50 Wireless is misschien wel het gezicht van hifi van de toekomst.

De Q Series zijn heel wat klassieker qua insteek, maar daarom allesbehalve irrelevant. Vanwege hun bereikbaar prijspunt zijn dit zelfs de speakers die door een breed publiek gekocht zullen worden. Ze zijn namelijk best betaalbaar, met prijzen die gaan iets meer dan 200 euro tot bijna 800 euro.

De vorige Q-reeks bewees dat je voor relatief weinig geld al een groot stuk KEF-geluid kun binnenhalen, dus we zijn wel benieuwd of de nieuwe Q Series-generatie ook in de missie slaagt om voor een bodemprijs mensen een goede hifi-ervaring cadeau te doen.

In deze review kijken we naar de Q350-boekenplankspeakers en de Q750-vloerstaanders, en dan vooral vanuit het perspectief van een muziekliefhebber die van stereo houdt. Bij de collega’s van Home Cinema Magazine vind je een recensie van een 5.1-opstelling gebouwd rond Q Series-elementen. In de HCM-recensie bespreken we ook een aantal zaken dieper, zoals het ontwerp, dus het is altijd de moeite om ook die tekst door te nemen.

KEF Q Series: toegankelijker dan ooit

De Q Series is en blijft een grote luidsprekerfamilie dat bestaat uit zes modellen: de Q150 en Q350 (de boekenplankspeakers), de Q550, Q750 en Q950 (vloerstaanders) en de Q650c (een centerspeaker). Ze volgen respectievelijk de Q100, Q300, Q500, Q700, Q900 en Q600 op. De nieuwe generatie qua modelnummer onderscheiden van de oude is dus eenvoudig: de zevende generatie is een geheel honderdtal, de achtste eindigt altijd op een ‘50’.

De KEF Q Series is een reeks die mikt op de massa die interesse heeft in een beter geluid. De grootte van het prijskaartje is daarbij uiterst belangrijk en daarom is het toch wel goed nieuws dat KEF voor de nieuwe modellen consequent minder vraagt dan voorheen. De verschillen variëren van model tot model, maar bij de grootste vloerstaander gaat het toch om een significante prijsdaling. De adviesprijs van de Q900 (de topper van de 7de generatie) bedroeg 949 euro, terwijl het nieuwe vlaggenschip (de Q950) voor 775 euro per stuk in de winkel ligt. Het verschil is wat minder dramatisch bij de lagere modellen, maar toch altijd vrij groot. Het is natuurlijk wél zo dat momenteel winkels de oude Q-speakers in de uitverkoop zetten, zodat de prijsverschillen op dit moment niet immens zijn. Toch gaat hier om een grote stap van KEF.

Ogenschijnlijk gaat de prijsdaling niet gepaard met het aantasten van de kwaliteit. Eén besparing springt wel meteen in het oog als je de speakers uitpakt: er zit niet langer een luidsprekergrille mee in de doos. Wil je die, dan moet je ze apart bijkopen. De kostprijs daarvan bedraagt ergens tussen 20 en 50 euro, naargelang welk model. De aankoop van de grilles is gelukkig echt geen verplichting, want de nieuwe Q Series-speakers zijn fraai genoeg om gewoon zo met de drivers open en bloot in de woonkamer te plaatsen. 

Er zijn nu twee kleurversies – zwart en wit – die beiden eerder mat zijn afgewerkt. Ook de conussen van de drivers zijn mat. Het geeft de nieuwe Q Series een strak designuitstraling, iets dat bij de boekenplankspeakers nog meer geldt. Bij de Q150 en Q350 is het ontwerp namelijk drastisch anders dan bij de Q100 en Q300 van de vorige generatie. Bij beide boekenplankspeakers is de driver naar het midden van het voorpaneel verhuisd en is de bass-reflex van de voorkant naar de achterzijde gegaan. Los van het esthetische (en de nieuwe Q-boekenplankspeakers zien er echt wel goed uit), heeft dat ook een impact op het geluid en de plaatsing. Overigens lijkt de walnoten Q-uitvoering van de zevende generatie geschrapt.

De matte afwerking en de zeer goede bouwkwaliteit verheffen de Q Series naar een hoger niveau dan je aanvankelijk zou verwachten. Want op zich blijven het natuurlijk wél vrij conventioneel gevormde speakers. Grote rechthoeken met scherpe kanten, geen kromming in zicht, niets dat je zou anders zou omschrijven als een designuitspatting. Ok, misschien dat logo aan de bovenkant dan. Maar de naadloze hoeken en totaal afwezigheid van schroeven aan de voorkant maken het geheel toch heel gelikt. Zelfs de achterkant is uiterst netjes voor deze prijsklasse. 

KEF Q Series: Uni-Q

Al de hogere reeksen van KEF waar we het al eerder over hadden, delen één eigenschap. Ze gebruiken KEF’s Uni-Q-driver, een onderdeel waar het bedrijf zo trots op is dat het wel lijkt alsof elke tweede zin uit de mond van een KEF-vertegenwoordiger het woord bevat. We grappen een beetje, maar als je volgende keer een demonstratie van KEF-ambassadeur Johan Coorg bijwoont moet je maar een telling bijhouden. “Uni-Q, bloody marvelous”, we horen het hem nog zeggen.

Die trots is niet misplaatst. De Uni-Q-driver is inderdaad iets heel bijzonder, al is het onderliggende concept niet eigen aan KEF. Het gaat hier namelijk om een coaxiale driver, wat wil zeggen dat deze driver er eigenlijk twee is. Het bestaat uit twee delen: een grote midranger met in het midden een onafhankelijk opererende tweeter. Bij de Uni-Q is de tweeter heel herkenbaar, omdat KEF er altijd een opvallende metaalkleur aan geeft en omdat er voor de tweeter een waveguide is aangebracht in de vorm van een bloempje of opengesneden sinaasappel. Er zijn nog fabrikanten die coaxiale drivers gebruiken, zoals Tannoy en Teufel.

Er zijn wel wat voordelen aan coaxiale drivers, zoals dat ze minder plaats innemen aan de voorkant van de speaker. De voornaamste troef is echter dat ze optreden als een puntbron. Met andere woorden, een groot deel van de hoorbare frequenties komt uit één punt. Dit in tegenstelling tot luidsprekers die met aparte tweeters en midrange-drivers werken. Bij dergelijke luidsprekers moeten luidsprekerfabrikanten altijd veel moeite doen om te zorgen dat alle frequenties gelijktijdig bij de oren van de luisteraar arriveren én dat er geen gevoel is dat middenklanken van ergens anders komen dan de hogere frequenties. Dat is zeker belangrijk voor instrumenten die een brede frequentie-aanbod hebben, zoals piano’s of gitaren. Als de tonen die zij produceren ‘verdeeld’ bij de luisteraar arriveren, dan klinken ze niet natuurlijk. De claim to fame van de Uni-Q-driver is net dat ze heel coherent zijn en dat muziek natuurlijk klinkt.

Het grote nadeel van coaxiale drivers is dat ze veel moeilijker zijn om te bouwen. Het ophangen van de tweeter in een andere driver is lastig, want het moet akoestisch ontkoppeld zijn zodat de ene driver niet de andere stoort. KEF is echter al vele jaren bezig met het Uni-Q-design, zonder al te veel noemenswaardige problemen.

Ook de nieuwe Q Series heeft op alle modellen de Uni-Q-driver, net zoals voorheen. Een kleine aanpassing bij de nieuwe Q’s is dat de tweeter in de Uni-Q-driver een andere buisje gebruikt voor tube loading, wat de helderheid van het hoog zou verbeteren en breakup – vervorming, zeg maar – vermijdt.

KEF Q Series: Plaatsing

In deze stereotest bekijken we de Q350-boekenplankspeakers en de Q750-vloerstaanders, voornamelijk aangestuurd door een Hegel Röst. We hebben ze ook even aan een Devialet Expert 200 gehangen, maar dat was meer een experimentje. De SAM-speakerprofiling van Devialet ondersteunt niet de goedkopere Q-speakers van KEF, en er was te weinig tijd om te onderzoeken hoe groot de invloed van de Devialet-processing zou zijn op ‘onbekende’ luidsprekers. De Hegel Röst is natuurlijk een uitstekende versterker die probleemloos beide Q Series-modellen kan aansturen. Niet geheel toevallig wordt het Noorse merk in ons land ook verdeeld door dezelfde partij als KEF (al was de distributeur niet op de hoogte van onze matching). Zoals we al opmerkten in onze test van de Röst passen beiden heel goed bij elkaar.

De boekenplankspeakers uit de Q Series zijn vanaf deze generatie uitgevoerd met een bass-uitgang aan de achterkant. Dat betekent dat ze lage tonen langs de achterkant uitsturen – iets waar je rekening mee moet houden bij de plaatsing. Vlak tegen een muur is geen goed idee, maar een enorme afstand is nu ook weer niet nodig. Een 50-90 cm lijkt ons wel goed, want de Q350 is geen enorme vette basproducent. 

De Q750 is wat gemakkelijker te plaatsen. Hij lijkt weinig last te hebben van de plaatsing en door de Uni-Q-driver is de juiste toe-in bepalen minder cruciaal dan bij sommige andere speakers. Neen, we zouden hem niet plat tegen de muur zetten - daarvoor moet je een Dali hebben. Maar een kleine beetje indraaien lijkt ons voldoende voor een goed geluid. Die waveguide op de Uni-Q doet echt wel zijn werk goed.

Vloeiend en natuurlijk

De Q350’s hadden we langer op bezoek en hebben we aanvankelijk in een wat ongewoon scenario gebruikt: met de Röst via de optische kabel aangesloten op de tv in de woonkamer, voor stereo bij het filmkijken. Dat is natuurlijk niet zo gaaf als een echte surroundopstelling, maar ongelooflijk veel beter dan de tv-speakers die in onze LG 55B7 zitten (en die zijn nochtans nog wel ‘ok’ voor een tv). De Q350’s toonden zich dan al meteen heel onderlegd in het kristalhelder weergeven van dialogen, al blijft het altijd wel uitdagend bij heel dynamische scenes (pakweg een actiefragment uit een Transformer-film) die door 2-kanalen worden geperst.

In een latere fase brachten we de boekenplankspeakers naar onze testruimte, waar de Q750’s al stonden voor de surroundtest. Voor de stereotest plaatsen we de Q350’s op zeer solide houten krukken (circa 20 kg per stuk, jawel) die op een 1 ½ meter van de mur staan. De muziekbron is doorgaans streaming muziek in cd-kwaliteit of beter, aangeleverd vanaf Roon via USB (vanaf een Mac mini of Raspberry Pi 3, naargelang het testmoment).

Topmomenten met de Q350’s waren ongetwijfeld bij het beluisteren van ‘Pin Drop’, het nieuwe live-album van de Israëlische dubbele basspeler Adam Ben Ezra. Het is heel goed opgenomen (én te koop via Bandcamp, een heerlijke en eerlijke plaats om nieuwe muziek te vinden), en bij het beluisteren noteren we vooral dat de Q350’s een weelde aan details weergeeft – vingers die over snaren glijden, de volheid van het getrommel door Ezra op de body van zijn staande bas.

Bij de Max Richter-soundtrack bij ‘The Leftovers’ vonden we dan weer dat de Q350’s best heel groots klinken, en de vaak terugkerende pianoklanken behoorlijk vol en rijk klinken. Een klein beetje sprankel mocht hier misschien, een gevoel die we bevestigd vinden als we dit album afspelen op een set LS50 Wireless. Stappen we over naar het recente remix-album van een aantal Four Tet-tracks (‘There is Love in You remixes’), dan vinden we dat de Q350’s deze trance-tracks heel breed de kamer in sturen. Je wordt ook echt in trance gebracht door die alomvattende klank, waarbij de dromerige klankjes die eigen zijn aan Four Tet mooi door de ruimte zweven. Het is allemaal heel strak, al blijven we een klein beetje op onze honger zitten qua het echte diepe laag.

Met Four Tet in de aanslag maken we een overstap naar de Q750’s, wederom op de Hegel Röst. Je gaat niet van een (weliswaar relatief forse) boekenplankspeaker naar een vloerstaander zonder een merkbare klankverbetering, althans niet doorgaans. Veel van de kwaliteiten qua brede uitstraling en een vloeiende, natuurlijke weergave blijven present. Bij het 13-minten durende ‘Sing (Floating Points remix)’ klinkt de Q750 wel stukken volwassener.

De verbetering situeert zich vooral in het hogere bassen, die meer aanwezig zijn, maar ook bij het middengebied – wellicht omdat de Uni-Q-driver meer ontlast wordt en dus beter zijn werk kan doen. Bij ‘Flight from the City’, op de nieuwe Deutsche Grammophon-release van Johann Johannsson, genieten van de melancholische piano motief dat doorheen deze track zich blijft herhalen. Het klinkt veel voller dan bij de kleinere Q’s, al mocht het wat ons betreft nog iets een tikje meer gewicht hebben. Let doorheen dit album ook op de cijferreeksen die regelmatig in de achtergrond opduiken, een verwijzing naar het bizarre Koude Oorlog-fenomeen van number stations. Qua soundstaging en middenweergave leveren de Q750’s in elk geval een bijna-superieure ervaring voor hun prijsklasse, al is er nog altijd heel wat mogelijkheid voor verbetering mogelijk als je nog een prijsklasse hoger gaat.

Het prijsverschil is uiteraard wel iets, maar bijvoorbeeld de Q350 en de LS50 naast elkaar beluisteren is een goed idee als je zoek bent naar boekenplankspeakers die gelijkaardig maar toch verschillend zijn. De LS50 is bijvoorbeeld de betere keuze als je dichterbij gaat zitten. Hij kan ook beter tegen een plaatsing dichter tegen de muur.

KEF Q Series: Conclusie

Als we kijken naar onze recente tests van speakers zoals de Dali Spektor 6, de Mission LX-familie en anderen, kunnen we maar één ding concluderen: het wordt nog lastig kiezen in het instapsegment. De Q350 en Q750 maken het er niet gemakkelijker op, hoewel ze wel iets hoger in prijs zitten dan de twee eerder vermelde luidsprekers. Globaal kunnen we stellen dat je met weinig geld tegenwoordig best goede speakers kunt vinden. Niet perfecte speakers, zeker niet zonder onvolmaaktheden, maar toch ook wel verrassend sterk. Het is een beschrijving die perfect bij de Q350 en Q750 past. Hun strakke, matte afwerking doet ze ook wat luxer overkomen dan iets lager geprijsde speakers. Die zijn vaak toch wat functioneler qua looks.

Wat de Q Series helemaal onderscheidt van concurrenten in het segment is de focus op een mooie, natuurlijke weergave die ook off-axis stand houdt. De Q350 straalt heel breed uit, al is het niet zo straf als zijn grote LS50-broer – die blijft de koning van near-field luisteren. Op een redelijke luisterafstand en met de speakers een tikje ingedraaid, ervaar je met de Q350 een knap stereobeeld dat weet te ontsnappen aan de luidsprekers. Ze hebben voor dit prijspunt een heel fraaie middenweergave en best wat zin voor detail. De keerzijde is dat sommige mensen de Q Series misschien net té kleurloos gaan vinden, maar dat is toch wel een persoonlijk gegeven. Het hangt van je referentiekader af: kom je bij de Q's van een set budgetspeakers, dan ben je wellicht een klank gewoon die relatief dof, warm en detailloos is - maar wel bombastisch overkomt. De Q's zijn dan ongetwijfeld een upgrade, maar je gaat dat net zoals betere wijn moeten leren appreciëren.

De Q750 is een prima vloerstaander die - niet verrassend - een betere all-rounder is dan de Q350. Zet hem op spikes, draai ook hem wat in, en je doet voor iedereen in de sofa een prima muziekervaring cadeau.